Examples of using "Jättäkää" in a sentence and their dutch translations:
- Laat maar!
- Laat het!
Laat ons!
- Verlaat het schip!
- Verlaat het schip.
- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Onder mijn ogen uit!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Verdwijn!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Eruit!
- Donder op.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt.
Sla het over.
Hij zei 'laat me met rust.'