Translation of "Unnecessary" in Dutch

- That's unnecessary.
- It's unnecessary.

- Dat is niet nodig.
- Dat hoeft niet.

You're unnecessary.

Jij bent overbodig.

That was unnecessary.

Dat was niet nodig.

That seems unnecessary.

Dat klinkt overbodig.

Tom is unnecessary.

Tom is overbodig.

I'm unnecessary here.

Ik ben hier niet nodig.

Surely that's unnecessary.

Dat is toch niet nodig?

Circumcision is unnecessary.

Besnijdenis is onnodig.

They discarded unnecessary things.

Ze gooiden overbodige dingen weg.

This is all unnecessary.

Dat is allemaal niet nodig.

Don't take unnecessary risks.

Neem geen onnodige risico's.

That was absolutely unnecessary.

Dat was absoluut onnodig.

Precautionary measures were unnecessary.

Voorzorgsmaatregelen waren niet nodig.

Yelling is completely unnecessary.

- Je hoeft echt niet te schreeuwen.
- Schreeuwen is echt niet nodig.

Long lines are unnecessary.

Lange rijen zijn onnodig.

This bill is unnecessary.

Dit wetsvoorstel is onnodig.

I hate unnecessary restrictions.

Ik haat onnodige beperkingen.

That comment was unnecessary.

Die opmerking was niet nodig.

- That was unnecessary.
- That wasn't necessary.

Dat was niet nodig.

It's a kinda ridicule unnecessary fibonacci-syllabic-heap.

Hier een ietwat gezochte Fibonaccireeks, lettergrepentellenderwijs.

- That was not necessary.
- That was unnecessary.
- That wasn't necessary.

Dat was niet nodig.

[Bear] Part of survival is knowing when not to take unnecessary risks.

Onderdeel van overleven is... ...geen onnodige risico's nemen.

The student decided to abridge his paper by taking out unnecessary details.

De student besloot zijn paper in te korten door de overbodige details eruit te halen.

- It's unnecessary.
- It isn't necessary.
- It's not necessary.
- It is not necessary.

Dat moet niet.

If two men always have the same opinion, one of them is unnecessary.

Als twee mensen altijd dezelfde mening hebben, is een van hen overbodig.

- That's unnecessary.
- That isn't necessary.
- That's not necessary.
- There's no need for that.

- Dat is niet nodig.
- Dat hoeft niet.
- Dat moet niet.

The last battle of the campaign was fought at Toulouse – a bloody and unnecessary one,

De laatste veldslag van de campagne vond plaats in Toulouse - een bloedige en onnodige,

- It's unnecessary.
- This isn't necessary.
- It isn't necessary.
- It's not necessary.
- That isn't necessary.
- That's not necessary.

Dat hoeft niet.

We firmly believe that when composing sentences, the author should avoid falling into the bad habit inherent in the use of too many unnecessary words, which are actually absolutely superfluous in light of the intended meaning.

Wij geloven ten stelligste dat de auteur bij het samenstellen van zinnen zou moeten vermijden dat hij in de slechte gewoonte vervalt die inherent is aan het gebruik van te veel onnodige woorden, welke eigenlijk absoluut overbodig zijn ten aanzien van de beoogde betekenis.