Examples of using "Syndrome" in a sentence and their dutch translations:
- Tom heeft het syndroom van Asperger.
- Tom heeft het Aspergersyndroom.
Tom heeft het syndroom van Asperger.
Aids betekent "verworven immunodeficiƫntiesyndroom".
Bij Tom werd het prikkelbaredarmsyndroom vastgesteld.
Later stelde men vast dat ik syndroom van Asperger had,