Examples of using "Sits" in a sentence and their dutch translations:
Mijn grootvader zit altijd in deze stoel.
De jongen zat altijd alleen.
Ze rust op de banken van deze rivieren.
Hij zit vaak uren boeken te lezen.
Chopin zit aan de piano en begint te spelen.
Hij zit in deze stoel wanneer hij tv-kijkt.
Tom zit de hele dag in zijn kamer niks te doen.
Tom zit op de eerste rij om beter te zien.
En het is een stad die de grond maar lichtjes beroert.
maar het ligt ook pal bovenop een subductiezone.
het koninklijk huis van Bernadotte zit tot op de dag van vandaag op de Zweedse troon.
Hij heeft de gewoonte om tot laat in de nacht wakker te blijven.
- Er ligt een appel op tafel.
- Er ligt een appel op de tafel.
De kerk staat aan de rand van de stad.
Er ligt een appel op tafel.