Translation of "Watches" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Watches" in a sentence and their dutch translations:

Nobody watches her.

Niemand lette op haar.

- Carol often watches horror movies.
- Carol often watches horror films.

Carol kijkt dikwijls naar horrorfilms.

- Tom watches too much television.
- Tom watches too much TV.

- Tom kijkt te veel tv.
- Tom kijkt te veel televisie.

- Tom often watches scary films.
- Tom often watches scary movies.

Tom kijkt regelmatig naar horrorfilms.

He sometimes watches TV.

Soms kijkt hij naar de tv.

Who watches the watchers?

Wie bewaakt de bewakers?

My brother watches television.

Mijn broer kijkt tv.

She watches TV constantly.

Ze kijkt voortdurend televisie.

He never watches television.

Hij kijkt nooit televisie.

Tom watches too much television.

- Tom kijkt te veel tv.
- Tom kijkt te veel televisie.

My younger brother watches TV.

Mijn jonge broer kijkt tv.

He watches television before studying.

- Hij kijkt televisie voordat hij gaat studeren.
- Hij kijkt televisie alvorens te studeren.

Carol often watches horror movies.

Carol kijkt dikwijls naar horrorfilms.

Tom watches TV all the time.

Tom kijkt altijd tv.

My mother seldom watches TV at night.

- Mijn moeder kijkt 's avonds zelden naar de televisie.
- Mijn moeder kijkt 's avonds zelden tv.

- Where are my watches?
- Where are my clocks?

Waar zijn mijn horloges?

- Tom collects antique clocks.
- Tom collects antique watches.

Tom verzamelt antieke klokken.

He sits in this chair when he watches television.

Hij zit in deze stoel wanneer hij tv-kijkt.

- My brother watches television.
- My brother is watching TV.

Mijn broer is naar tv aan het kijken.

Tom loves zombie movies and watches them whenever he can.

Tom houdt van zombiefilms en bekijkt ze wanneer hij maar kan.

- His brother watches TV all the time.
- His brother is always watching television.

- Zijn broer kijkt altijd tv.
- Zijn broer is altijd tv aan het kijken.

- My little brother is watching TV.
- My younger brother is watching TV.
- My younger brother watches TV.

- Mijn jonge broer kijkt tv.
- Mijn jongere broer kijkt televisie.

- Nobody was paying attention to her.
- Nobody watches her.
- Everyone ignored them.
- Nobody was paying any attention to her.

Niemand lette op haar.