Examples of using "Searching" in a sentence and their dutch translations:
Blijf zoeken.
Blijf zoeken.
De politie zoekt.
Ik ben op zoek naar eten.
- Begin met zoeken.
- Begin te zoeken.
Ik ben op zoek naar mijn broer.
Amoureuze mannetjes zoeken een partner.
zocht ik naar een wetenschappelijke verklaring.
Ze zoekt een donker en stil stukje.
Hij zoekt een van zijn vrienden.
Ik ben op zoek naar mijn broer.
Ik was op zoek naar iets wat er niet was.
Ik ben alweer op zoek naar mijn bril.
Laten we wegwezen en blijven zoeken.
De politie is al jaren op zoek naar Tom.
- Ik ben mijn broer aan het zoeken.
- Ik ben op zoek naar mijn broer.
We dachten er diep over na, maar na een paar dagen ...
Door de storm konden we het vermiste kind niet zoeken.
Ze legt 40 kilometer per nacht af in haar zoektocht naar eten.
Wij hebben veel tijd besteed aan het zoeken naar een parkeerplaats.
De politie heeft bijna een maand lang naar de gestolen goederen gezocht.
...als je verder in die richting wilt om naar 't wrak te zoeken... ...kies 'Opnieuw proberen'.
- Waar bent u naar op zoek?
- Waar ben je naar op zoek?
- Waar zijn jullie naar op zoek?
- Wat zoek je?