Examples of using "Mate" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben van jouw leeftijd.
- Ik ben Paul, je kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw kamergenoot.
Amoureuze mannetjes zoeken een partner.
De specht voedt zijn partner.
- Bedankt, vriend!
- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.
En zo heeft ze misschien een partner gevonden.
- Bedankt, vriend!
- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.
Dit keer heeft zijn serenade hem een partner opgeleverd.
Wanneer twee echtparen echt paren hebben vier echtgenoten echt genoten.
Deze vrouwelijke jachtkrabspin zoekt een partner.
Tientallen soorten, honderden kikkers, verzamelen zich om te paren.
Wie denk je in hemelsnaam dat JIJ bent, vriend?
Kokkinakis heeft je vriendin genaaid. Het spijt me dat je dat moet horen, maat.
Dat is maar goed ook. Hij kan wel 400 meter afleggen voor een partner.
Als hij dit niet goed doet, kan hij als maaltijd eindigen.
Tom zei dat Mary zijn zielsverwant is en dat ze voor elkaar gemaakt zijn.
Het kleine mannetje wint zijn partner. In een lawaaiige wereld loont het soms om stil te zijn.
Tom keek me zegevierend aan en zei: "Schaakmat".