Translation of "Poisoned" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Poisoned" in a sentence and their dutch translations:

- She's been poisoned.
- She is poisoned.

Ze is vergiftigd.

Somebody poisoned Tom.

Iemand heeft Tom vergiftigd.

She is poisoned.

Ze is vergiftigd.

Somebody poisoned her.

Iemand heeft haar vergiftigd.

Somebody poisoned him.

Iemand heeft hem vergiftigd.

She poisoned her husband.

- Zij heeft haar man vergiftigd.
- Ze heeft haar man vergiftigd.
- Ze vergiftigde haar man.

I don't want to be poisoned.

- Ik wil niet vergiftigd worden.
- Ik wens niet vergiftigd te worden.

Tom was shot with a poisoned arrow.

Thomas werd getroffen door een giftige pijl.

Were you the one who poisoned Tom?

Ben jij degene die Tom heeft vergiftigd?

The police think that Mary poisoned her husband.

De politie denkt dat Mary haar man heeft vergiftigd.

- I think Tom and I might have accidentally poisoned ourselves.
- I think that Tom and I might have accidentally poisoned ourselves.

Ik denk dat Tom en ik ons per ongeluk vergiftigd hebben.