Translation of "Pee" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Pee" in a sentence and their dutch translations:

Do chickens pee?

Doen kippen een plasje?

- I need to go pee.
- I have to go pee.

- Ik moet naar het toilet.
- Ik moet plassen.

I need to pee.

Ik moet plassen.

Sami needs to pee.

Sami moet plassen.

I'm bursting for a pee.

- Ik moet dringend gaan pissen.
- Ik moet dringend gaan plassen.

I need to go pee.

Ik moet plassen.

We take her outside, tell her to go pee,

Buiten zeiden we dat ze moest plassen;

And if I just use this buff, and pee on it.

Als ik deze buff gebruik... ...en erop plas.

- I've gotta take a piss.
- I have to take a leak.
- I need to pee.

Ik moet pissen.