Examples of using "Identify" in a sentence and their dutch translations:
- Identificeer jezelf.
- Identificeer uzelf.
Identificeer Tom.
Kun jij deze dieren benoemen?
Je moet de kleuren leren identificeren.
"Kan je dit dier identificeren?" "Natuurlijk, het is een kameel!" "Verkeerd! Een dromedaris!"
Herkent u de man op deze foto?