Examples of using "Girls" in a sentence and their dutch translations:
- Hallo meiden.
- Hallo, meisjes!
Hallo, meisjes!
Meisjes zijn niet welkom.
- De meiden wonnen.
- De meisjes wonnen.
Die meiden zijn aangekomen.
- Beide meisjes lachten.
- Beide meisjes hebben gelachen.
- Schiet op, meisjes.
- Schiet op, meiden.
Kleine meisjes huilen.
De meisjes werken.
Meisjes zijn gek.
- Meisjes zijn verwarrend.
- Meiden zijn verwarrend.
Goede meisjes gaan naar de hemel, slechte meisjes gaan naar overal.
Kleine meisjes zingen vrolijk.
Waar zijn de meisjes?
Roze is voor meisjes.
Ik ken die meisjes.
Russische meiden houden van IJslanders.
Ze zijn verstandige meisjes.
De meisjes zijn verlegen.
De meisjes begonnen te lachen.
De meisjes begonnen te vechten.
Alle drie de meisjes giechelden.
Tom houdt van Aziatische meisjes.
Roze is niet alleen voor meisjes.
Aan het gebabbel van de meisjes kwam geen eind.
Enkele meisjes waren aan het tennissen.
- Beide meisjes hebben blauwe ogen.
- Allebei de meisjes hebben blauwe ogen.
De meisjes begonnen te lachen.
Tom is allergisch voor meisjes.
Sommige meisjes zijn van nature mooi.
Meisjes houden ervan vadertje en moedertje te spelen.
Alle meisjes houden van Tom.
De meisjes praatten over astronomie.
Vandaag staat Stella, een van die meisjes,
Hij doet het hart van de meisjes sneller slaan.
Ze zijn perfect voor kleine meisjes!
Ik ken beide meisjes.
De meisjes spelen beachvolleybal.
De meisjes hadden bezwaar tegen ons plan.
Ze baarde een tweeling, twee meisjes.
Jongens horen meisjes te respecteren.
De meisjes eten hun sandwiches.
Die Hongaarse meisjes zijn zeer mooi.
Ik ben echt trots op de meisjes.
Ik ben niet zoals de andere meisjes.
Tom vindt het moeilijk om met meisjes te praten.
Mijn vriendje flirt wel eens met andere meisjes.
Allebei de meisjes hoestten tegelijkertijd.
Hier is de reden dat meiden van komkommers houden.
Er zijn geen meisjes op het internet.
Manon is niet zoals de andere meisjes.
Hoeveel meisjes staan er op die foto?
Vind je het eng om met meisjes te praten?
De meisjes zaten naast elkaar.
De twee meisjes glimlachten naar elkaar.
Hij groepeerde de meisjes in drie rijen.
De mooiste meisjes komen uit Litouwen.
Jongens en meisjes spelen in de tuin.
Tom is een beetje verlegen voor meisjes.