Translation of "Cry" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Cry" in a sentence and their dutch translations:

- Don't cry.
- Don't cry!

Huil niet!

- Tom'll cry.
- Tom will cry.

Tom zal huilen.

- Men cry too.
- Men cry, too.

Mannen huilen ook.

- I seldom cry.
- I rarely cry.

Ik huil zelden.

Don't cry.

Huil niet!

- Tom did not cry.
- Tom didn't cry.

Tom huilde niet.

- He began to cry.
- He started to cry.

Hij begon te huilen.

- I want to cry.
- I want to cry!

- Ik zou willen wenen.
- Ik wil huilen.

- I made her cry.
- I made him cry.

Ik maakte haar aan het huilen.

- Sami started to cry.
- Sami began to cry.

Sami begon te huilen.

Can I cry?

Mag ik huilen?

I don't cry.

Ik huil niet.

Do men cry?

Huilen mannen?

Men never cry.

Mannen huilen niet.

Witches don't cry.

Heksen huilen niet.

Please don't cry.

Niet huilen alsjeblieft.

Little girls cry.

Kleine meisjes huilen.

Clowns also cry.

Clowns huilen ook.

Men don't cry.

Mannen huilen niet.

Don't cry, Tom.

Niet huilen, Tom.

The cry echoed.

De kreet echode.

Did Tom cry?

Heeft Tom gehuild?

Tom would cry.

Tom zou huilen.

I didn't cry.

Ik huilde niet.

Boys do cry.

Jongens huilen.

I cry easily.

Ik huil gemakkelijk.

All babies cry.

Alle baby's huilen.

I couldn't cry.

Ik kon niet huilen.

Didn't Tom cry?

Huilde Tom niet?

Tom won't cry.

Tom zal niet huilen.

Tom wouldn't cry.

Tom zou niet huilen.

I rarely cry.

Ik huil zelden.

Sami would cry.

Sami zou huilen.

- I'm sure that Tom will cry.
- I'm positive Tom will cry.
- I'm sure Tom will cry.

- Ik ben er zeker van dat Tom gaat wenen.
- Ik weet zeker dat Tom gaat huilen.

- For what reason did you cry?
- Why did you cry?

- Waarom huilde u?
- Waarom heb je gehuild?
- Waarom heeft u gehuild?

- Tom almost began to cry.
- Tom almost started to cry.

Tom begon te huilen.

- I started to cry too.
- I started to cry, too.

Ook ik begon te wenen.

- She does nothing but cry.
- He does nothing but cry.

- Hij doet niets anders dan wenen.
- Zij doet niets anders dan wenen.
- Ze doet niet anders dan huilen.
- Hij doet niet anders dan huilen.

I wanted to cry.

en ik wilde alleen maar huilen.

"Don't cry," she said.

"Niet huilen," zei ze.

He's beginning to cry.

Hij begint te huilen.

We made him cry.

We hebben hem laten huilen.

You began to cry.

Je begon te huilen.

I began to cry.

Ik begon te huilen.

Try not to cry.

- Probeer niet te huilen.
- Probeer niet te wenen.

Do you cry often?

Ween jij vaak?

Mary did not cry.

Maria huilde niet.

This made me cry.

Dit maakte me aan het huilen.

I made her cry.

Ik maakte haar aan het huilen.

I made him cry.

- Ik deed hem wenen.
- Ik maakte hem aan het huilen.

Tom does not cry.

Tom huilt niet.

Why do you cry?

- Waarom huil je?
- Waarom huilen jullie?

I cry too much.

Ik ween te veel.

Even men sometimes cry.

Zelfs mannen huilen soms.

I don't cry easily.

Ik huil niet snel.

Smile now, cry later!

Lach nu, huil later!

He began to cry.

Hij begon te huilen.

I made Tom cry.

Ik heb Tom laten huilen.

Tom wanted to cry.

Tom wilde huilen.

Why did you cry?

- Waarom huilde je?
- Waarom huilde u?
- Waarom huilden jullie?
- Waarom heb je gehuild?
- Waarom heeft u gehuild?
- Waarom hebben jullie gehuild?

We heard her cry.

We hoorden haar huilen.

He started to cry.

Hij begon te huilen.

You made us cry.

Je hebt ons laten huilen.