Examples of using "Euro" in a sentence and their dutch translations:
De valuta van Italië is de euro.
In dit geval, honderd euro alstublieft.
Het T-shirt kost tien euro.
Er bestaan geen vijfeuromunten.
De Zwitserse frank is aan de euro gekoppeld.
en dat de euro zijn waarde haalt uit Duits intellect en technologie
Op de markt kost zulke kaas maar vijf euro zoveel per kilo.
Vroeger, toen we nog guldens hadden, was alles veel goedkoper dan nu met de euro.
- Een kleine kop koffie kost twee euro.
- Een kleine kop koffie is twee euro.