Examples of using "Christopher" in a sentence and their dutch translations:
Christoffel Columbus dronk ongefilterd zeewater.
Christoffel Columbus was niet een ontdekkingsreiziger omdat hij van de zee hield. Hij was een ontdekkingsreiziger omdat hij een hekel had aan Spaanse gevangenissen.
Als een gewone mens een boodschap verstuurt in een fles, dan is dat maar een kinderfantasie. Als Christoffel Colombus een boodschap verstuurt in een fles, hangt het lot van een heel land daarvan af.