Translation of "Blessing" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Blessing" in a sentence and their dutch translations:

What a blessing!

Wat een zegen!

Can be a blessing.

...kan een zegen zijn.

Children are a blessing.

Kinderen zijn een zegen.

But night is a mixed blessing.

Maar de nacht is niet alleen een zegen.

Good health is a great blessing.

Het is een zegen in goede gezondheid te verkeren.

Become a blessing and not a curse?

een zegen worden en geen vloek?

This is both a blessing and a curse.

Dit is zowel een zegen als een vloek.

Innocence, most often, is a blessing and not a virtue.

Onschuld is meestal een zegen en geen deugd.