Examples of using "Bent" in a sentence and their dutch translations:
Hij boog naar voren.
Ze bukte zich.
De vork is gebogen.
De lepel is gebogen.
Zij boog zich over het kind.
Waarom is de banaan krom?
De tanden van de vork zijn gebogen.
Lood is makkelijk buigbaar.
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
Tom bukte en deed alsof hij een van zijn schoenen aan het strikken was.
De bamboe week maar brak niet.
De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.