Examples of using "Lesbian" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben lesbisch.
Caty is lesbisch.
Ik ben lesbisch.
Maria is een lesbische.
Ik ben geen lesbienne.
Layla is een lesbienne.
Layla was een lesbienne.
Layla had een lesbische affaire.
Sami heeft een lesbisch koppel ontmoet.
Esther is een lesbische jood.
Sappho was een beroemde lesbische dichter.
Sami wist niet dat Layla lesbisch was.
Ze kwam onlangs uit als een lesbienne.
Ik hou van haar, maar ze is een lesbienne.
- Ik ben lesbisch.
- Ik ben een lesbienne.
"Ben je hetero of lesbisch?" "Ik ben hetero."
- Ik ben homo.
- Ik ben gay.
Dit is een bijzonder hartverscheurende dag voor al onze vrienden - onze mede-Amerikanen - die lesbisch, homoseksueel, biseksueel of transgender zijn.