Translation of "Sterven" in Spanish

0.035 sec.

Examples of using "Sterven" in a sentence and their spanish translations:

Ze sterven.

- Se están muriendo.
- Están muriendo.

- Alle mensen moeten sterven.
- Alle mannen moeten sterven.

Todos los hombres deben morir.

Laat me sterven.

- Déjame morir.
- ¡Déjame morir!

Zal hij sterven?

¿Morirá?

Zal Tom sterven?

¿Va a morir Tom?

Gedenk te sterven.

Acuérdate de que eres mortal.

Ik wil sterven.

Quiero morir.

Niemand wil sterven.

Nadie quiere morir.

Tom zal sterven.

Tom se moría.

Zij zal sterven.

Ella va a morir.

Ze moeten sterven.

Deben morir.

Hij zal sterven.

Él morirá.

Iedereen zal sterven.

Todos morirán.

- Er sterven elke dag mensen.
- Er sterven dagelijks mensen.

Todos los días gente muere.

"Democratieën sterven in duisternis."

"Las democracias mueren en la oscuridad".

sterven door dat plastic.

están muriendo simplemente porque encuentran plástico.

'Lachend zal ik sterven.'

'Riendo moriré'.

Planten sterven zonder water.

Las plantas mueren sin agua.

Tijd om te sterven.

Hora de morir.

Ik ga niet sterven.

No voy a morir.

Probeer nooit te sterven.

Nunca intentes morir.

Ieder mens moet sterven.

Todos los hombres son mortales.

We moeten allen sterven.

Todos tenemos que morir.

Ze zal binnenkort sterven.

Ella morirá pronto.

Ik zal binnenkort sterven.

Pronto moriré.

Bloemen sterven zonder water.

Las flores mueren con la falta de agua.

Alle mensen moeten sterven.

Todos los hombres deben morir.

De koningin moet sterven.

La reina debe morir.

- Er sterven elke dag goede mensen.
- Er sterven dagelijks goede mensen.

Cada día gente buena muere.

- Bereid je voor om te sterven.
- Bereid u voor om te sterven.
- Bereid jullie voor om te sterven.

- ¡Prepárate a morir!
- Prepárate a morir.

- Zal hij sterven?
- Zal zij sterven?
- Gaat hij dood?
- Gaat zij dood?

¿Morirá?

- Hij heeft schrik om te sterven.
- Hij is bang om te sterven.

- Él le teme a la muerte.
- Le tiene miedo a la muerte.

Ik kan hier niet sterven.

No puedo morir aquí.

Ik wil hier niet sterven!

- No quiero morir acá.
- No quiero morir aquí.

Is Tom aan het sterven?

¿Se está muriendo Tom?

Kun je van angst sterven?

¿Puede uno morirse de miedo?

Ik wil nog niet sterven.

Aún no quiero morir.

- Er sterven elke dag veel goede mensen.
- Er sterven dagelijks veel goede mensen.

- Mucha gente buena muere cada día.
- Mucha gente buena muere a diario.

Al wat leeft zal ooit sterven.

Todo lo que vive morirá algún día.

De hond is aan het sterven.

- El perro se está muriendo.
- El perro está muriéndose.

Zij die zullen sterven, groeten u.

Los que van a morir te saludan.

Hij heeft schrik om te sterven.

Tiene miedo de morir.

Ik dacht dat we zouden sterven.

Pensé que íbamos a morir.

- Tom zal sterven.
- Tom zal doodgaan.

Tom morirá.

Nu moeten we winnen of sterven.

Ahora debemos vencer o morir.

We gaan je niet laten sterven.

No te dejaremos morir.

Ik ben bang om te sterven.

Tengo miedo de morir.

Hij is bang om te sterven.

- Él le teme a la muerte.
- Le tiene miedo a la muerte.

Ik wil met Getter Jaani sterven.

Quiero morir con Getter Jaani.

Vergeet niet dat je sterven moet.

Recuerda que debes morir.

- Hij moet sterven.
- Hij moet dood.

Él debe morir.

- Zijt gij bereid te sterven voor uw idealen?
- Ben je bereid voor je idealen te sterven?

¿Estás preparado para morir por tus ideales?

Iedere ziekte deed het heel snel sterven.

Enfermo de todo, murió al poco tiempo.

Mensen hebben het moeilijk en sterven zelfs,

Y la gente está sufriendo e incluso muriendo

Ik ben altijd klaar om te sterven.

- Siempre estoy preparado para morir.
- Siempre estoy preparado para la muerte.

Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.

Tarde o temprano, todos hemos de morir.

Om te sterven enkele weken na verschijning.

la cola están programadas para morir unas semanas después de que aparezcan.

Deze vogel dreigt nu uit te sterven.

Ese pájaro ahora está en peligro de extinción.

Bepaalt vaak of we overleven of sterven.

determina, en muchos casos, si sobrevivimos o perecemos.

- Ge zijt te jong om te sterven, mijn vriend.
- Je bent te jong om te sterven, mijn vriend.

- Eres muy joven para morir, amigo.
- Amigo mío, eres demasiado joven para morir.

Jaarlijks sterven er veel oude mensen in verkeersongevallen.

Mucha gente de edad muere en accidentes de tránsito cada día.

Heil, Caesar! Zij die gaan sterven groeten u!

¡Salve, César, los que van a morir te saludan!

Als ik sterf, wil ik als maagd sterven.

Si muero, quiero morir virgen.

Liever sterven al rechtstaande dan geknield te leven.

Es mejor morir de pie que vivir arrodillado.

Zij, van wie de goden houden, sterven jong.

A quien Dios ama, lo llama.

Veel kinderen in Afrika sterven van de honger.

Muchos niños mueren de hambre en África.

Gebrek aan regen heeft wilde planten doen sterven.

La falta de lluvia ha hecho morir a las plantas silvestres.