Translation of "Mam" in Spanish

Mam, waar is mijn zakdoek?

Mamá, ¿dónde está mi pañuelo?

Mam, kijk wat ik heb gevonden.

Mamá, mira lo que he encontrado.

- Snel, mama! Iedereen is aan het wachten!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op je!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op ons!

Mamá, ¡rápido! ¡Todos te están esperando!

- Mam, ik wil dit niet aantrekken.
- Mama, ik wil dit niet aan!

Mamá, no me quiero poner esto.

"Mam, als we in quarantaine zitten kunnen we nog steeds wel etentjes houden, toch?"

"Mamá, si estamos en cuarentena, al menos podemos hacer una cena, cierto?"

"Mam, weet jij waar de thermometer is?'' ''Ligt hij niet waar hij normaal ligt?" "Nee, ik heb het gecheckt."

«Mamá, ¿sabes dónde está el termómetro?» «¿No está en el mismo sitio de siempre?» «No, ya he mirado.»