Translation of "Geloofde" in Russian

- Ik geloofde je.
- Ik geloofde u.
- Ik geloofde jullie.

- Я тебе поверил.
- Я Вам поверил.
- Я тебе верил.
- Я вам верил.

Niemand geloofde mij.

- Никто мне не верил.
- Никто мне не поверил.
- Мне никто не поверил.

Ik geloofde u.

- Я верил тебе.
- Я верила тебе.
- Я верил вам.
- Я верила вам.
- Я верил Вам.
- Я верила Вам.

Niemand geloofde Tom.

Тому никто не поверил.

Tom geloofde Maria.

Том поверил Мэри.

Ik geloofde hem.

- Я ему поверил.
- Я ему верил.

Iedereen geloofde ons.

- Все нам верили.
- Все нам поверили.
- Нам все верили.
- Нам все поверили.

Eerst geloofde niemand mij.

Сначала мне никто не поверил.

Ik geloofde het niet.

Я этому не поверил.

Ze geloofde het gerucht niet.

Она не поверила слухам.

Mijn zoon geloofde me niet.

Мой сын не верил мне.

Hij geloofde zijn ogen niet.

- Он не поверил своим глазам.
- Он не верил своим глазам.

Tom geloofde niet wat Maria zei.

Том не поверил тому, что сказала Мэри.

Ik geloofde dat hij een arts was.

Я думал, что он врач.

Ik geloofde er zelf eerst ook in.

- Поначалу я тоже так думал.
- Сначала я тоже так думал.

Ik geloofde niets van wat Tom zei.

Я не поверил ничему из того, что Том сказал.

- Geloofde u in de Kerstman toen u een kind was?
- Geloofde jij in de Kerstman toen je een kind was?

Ты верил в Санта-Клауса, когда был маленьким?

De voorzitster keek alsof ze zijn uitleg niet geloofde.

Президент выглядела так, словно она не верила своему объяснению.

Tot welke leeftijd geloofde jij nog in de Kerstman?

- Ты до скольких лет верил в Санту?
- Ты до скольких лет верил в Деда Мороза?
- До какого возраста ты верил в Деда Мороза?

Toen ik klein was, geloofde ik in de kerstman.

- Когда я был маленьким, я верил в Деда Мороза.
- Когда я была маленькой, я верила в Деда Мороза.

Ik geloofde geen woord van wat mijn opa zei.

- Я нисколько не поверил словам деда.
- Я не поверил ни слову из того, что сказал дед.
- Я не поверил ни слову из того, что сказал дедушка.

Ik kan het niet geloven dat ik hem geloofde.

Не могу поверить, что я ему поверил.

Bijna niemand geloofde dat jachtluipaarden in 't donker konden jagen.

Мало кто полагал, что гепарды охотятся после заката.

Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.

В детстве я верил в Деда Мороза.

- Waarom hebt ge mij niet geloofd?
- Waarom geloofde je me niet?
- Waarom geloofde u me niet?
- Waarom geloofden jullie me niet?
- Waarom heb je mij niet geloofd?

- Почему вы мне не поверили?
- Почему ты мне не поверил?

Maar er was één persoon die niet geloofde dat ik mijn verdriet overwonnen had.

Но один человек не купился на мою историю триумфа над горем.