Translation of "Rijst" in Portuguese

- Hebben jullie rijst?
- Heeft u rijst?
- Heb je rijst?

Você tem arroz?

Hij teelt rijst.

Ele cultiva arroz.

Hebben jullie rijst?

Vocês têm arroz?

Kook de rijst.

Coza o arroz.

Heeft u rijst?

- O senhor tem arroz?
- A senhora tem arroz?

We hebben rijst.

Nós temos arroz.

Ik at rijst.

Eu comi arroz.

Heb je rijst?

Você tem arroz?

- Ik eet rijst.
- Ik ben rijst aan het eten.

- Estou comendo arroz.
- Eu como arroz.
- Eu estou comendo arroz.

- Eet jij elke dag rijst?
- Eet u elke dag rijst?
- Eten jullie elke dag rijst?

Você come arroz todos os dias?

Ze eten veel rijst.

Eles comem muito arroz.

Ze proeven de rijst.

Eles estão experimentando o arroz.

Ik hou van rijst.

- Eu gosto de arroz.
- Gosto de arroz.

Aziaten eten veel rijst.

Os asiáticos comem muito arroz.

De rijst is lekker.

O arroz está gostoso.

Rijst groeit in warme landen.

O arroz cresce em países quentes.

Eet jij elke dag rijst?

Você come arroz todos os dias?

Eten jullie elke dag rijst?

Vocês comem arroz todos os dias?

- Heb je liever witte of bruine rijst?
- Hebben jullie liever witte of bruine rijst?

Você prefere o arroz preto ou o branco?

Eten jullie rijst in je land?

Vocês comem arroz no seu país?

Wil je noedels of rijst eten?

Você quer comer macarrão ou arroz?

Ik wil geen gekookte rijst eten.

Não quero comer arroz cozido.

Ik ben rijst aan het eten.

Estou comendo arroz.

De kwaliteit van de rijst vermindert.

- A qualidade do arroz está diminuindo.
- A qualidade do arroz está caindo.

- Ik houd ervan om rijst met bonen te eten.
- Ik hou van rijst met bonen.

Eu gosto de comer feijão com arroz.

Verdorie! Ik ben vergeten rijst te kopen.

Caramba! Esqueci de comprar arroz.

Wat heeft u liever: rijst of brood?

- Você prefere arroz ou pão?
- Qual você prefere: arroz ou pão?