Translation of "Ziet" in Polish

0.009 sec.

Examples of using "Ziet" in a sentence and their polish translations:

Radar ziet water.

Radar widzi wodę.

Ziet u mij?

Czy pan mnie widzi?

- Je ziet er moe uit.
- U ziet er moe uit.

- Wygląda pan na zmęczonego.
- Wyglądasz na zmęczonego.

Je ziet een weg.

Widać drogę!

Hoe ziet het eruit?

Jak to wygląda?

- Ge ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet er bleek uit vandaag.
- Je ziet wat bleekjes vandaag.

Blado dziś wyglądasz.

- Ge ziet er heel moe uit.
- Je ziet er erg moe uit.
- U ziet er erg moe uit.

- Wyglądamy bardzo zmęczeni.
- Wyglądam bardzo zmęczono.

- Ge ziet er heel bleek uit.
- Je ziet er erg bleek uit.

Jesteś bardzo blady.

- Groet haar als ge haar ziet!
- Zeg hallo als je haar ziet.

Pozdrów ją, jeśli ją zobaczysz.

Ziet iedereen dat? Gaaf, nietwaar?

Wszyscy to widzą? Świetnie!

Je ziet hier een trolley.

Widzicie tamten wózek?

Ge ziet er verveeld uit.

- Wyglądasz na znudzonego.
- Wyglądasz na znudzoną.

Je ziet er bleek uit.

Jesteś blady.

Tom ziet er bleekjes uit.

Tom jest blady.

Hij ziet er verdacht uit.

On wygląda podejrzanie.

Hij ziet er bleek uit.

On wygląda blado.

Ze ziet er moe uit.

Wygląda na zmęczoną.

Tom ziet er gelukkig uit.

Tom wygląda na szczęśliwego.

Je ziet er moe uit.

Wyglądasz na zmęczonego.

Hij ziet er moe uit.

On wydaje się zmęczony.

Dat ziet er goed uit.

Wygląda dobrze.

Tom ziet er ongemakkelijk uit.

Chyba każdy się czuje niezręcznie.

Die vent ziet ze vliegen!

Brakuje mu piątej klepki.

Je ziet er slaperig uit.

Wyglądasz na śpiącego.

Emi ziet er gelukkig uit.

Emi wygląda na szczęśliwą.

Ken ziet er gelukkig uit.

Ken wygląda na zadowolonego.

Je ziet er dom uit.

Wyglądasz głupio.

Hij ziet er sterk uit.

Wygląda na silnego.

Tom ziet er uitgeput uit.

Tom wygląda na zmęczonego.

Tom ziet er ziek uit.

Tom wygląda na chorego.

Jane ziet er gelukkig uit.

Jane wygląda na szczęśliwą.

Je ziet er gezond uit.

Wyglądasz zdrowo.

Hij ziet er gezond uit.

On wygląda zdrowo.

- Je ziet er jonger uit.
- Jij ziet er jonger uit.
- U ziet er jonger uit.
- Jullie zien er jonger uit.

Wyglądasz młodziej.

- Onze leraar ziet er heel jong uit.
- Onze lerares ziet er heel jong uit.

Nasz nauczyciel wygląda bardzo młodo.

Je ziet dat hij zich oprolt.

Widzicie? Zaczyna się zwijać.

Je ziet zelden zo'n klein dier.

Rzadko widuje się to zwierzę, gdy jest tak małe.

Ze ziet er heel gelukkig uit.

Wygląda na bardzo szczęśliwą.

Haar zus ziet er jong uit.

Jej siostra wygląda młodo.

Hij ziet eruit als mijn vader.

Jest podobny do ojca.

Zijn grootmoeder ziet er gezond uit.

Jego babcia wygląda zdrowo.

Ze ziet er best mooi uit.

Wygląda całkiem ładnie.

De hond ziet er ziek uit.

Pies wygląda na chorego.

Je ziet eruit als een dwaas.

Wyglądasz na durnia.

De hond ziet er hongerig uit.

Pies wygląda na głodnego.

Tom ziet er niet bang uit.

Tom nie wygląda na przerażonego.

Tom ziet er niet oud uit.

Tom nie wygląda staro.

Tom ziet er vandaag moe uit.

Tom wygląda dziś na zmęczonego.

Die lamp ziet er leuk uit.

Ta lampa wygląda ładnie.

Je ziet eruit als een aap.

Wyglądasz jak małpa.

- Je ziet er prima uit.
- U ziet er prima uit.
- Jullie zien er prima uit.

- Nieźle wyglądasz.
- Wyglądasz w porządku.

- Je ziet er prachtig uit.
- U ziet er prachtig uit.
- Jullie zien er prachtig uit.

Pięknie wyglądasz.

Ziet eruit als een deur, voor me.

Wygląda to na drzwi.

Ze ziet iets glimmends in het bos.

Dostrzegła nową, lśniącą rzecz w lesie.

Onze leraar ziet er heel jong uit.

Nasz nauczyciel wygląda bardzo młodo.

De school ziet eruit als een gevangenis.

Szkoła wygląda jak więzienie.

Je ziet eruit als je oudere broer.

Wyglądasz tak samo jak twój starszy brat.

Dat ziet er niet te moeilijk uit.

To nie wygląda na bardzo trudne.

Ik wil dat je mijn postzegelverzameling ziet.

Chciałbym, żebyś zobaczył moją kolekcję znaczków.

Die school ziet eruit als een gevangenis.

Ta szkoła wygląda jak więzienie.

- Je ziet er erg moe uit.
- U ziet er erg moe uit.
- Jullie zien er erg moe uit.

Wyglądasz na bardzo zmęczonego.

- Als je een fout ziet, verbeter die dan alsjeblieft.
- Als u een fout ziet, verbeter die dan alstublieft.

Jeśli widzisz błąd, to popraw proszę.

Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?

Wyglądasz blado. Mam wezwać lekarza?

- Je ziet er geweldig uit.
- Je bent prachtig.

Jesteś cudny.

- Tom ziet er boos uit.
- Tom kijkt kwaad.

Tom wygląda na złego.

Er is een probleem dat je niet ziet.

To jest problem, którego nie widzisz.

- Ze lijkt gelukkig.
- Ze ziet er gelukkig uit.

Wygląda na szczęśliwą.

- Tom ziet er gelukkig uit.
- Tom lijkt gelukkig.

Tom wydaje się szczęśliwy.

- Tom ziet er droevig uit.
- Tom kijkt verdrietig.

Tom wygląda na smutnego.

Het ziet er een beetje oud en vervallen uit.

Wszystko wygląda na stare i zniszczone.

Je ziet de rookpluim wel uit de bergwand komen.

Zobaczycie smugę dymu wychodzącą z boku góry.

Maar hoe ziet het palmares van de wereld eruit

Jak wygląda świat,

Hij ziet het als onderdeel van de gift-economie.

czyli jak na część ekonomii dawania.

Ze gaat een hoek om en ziet een krab.

Wyszła zza rogu i zobaczyła kraba.

Je ziet ineens kreeften die uit het rif schieten.

Nagle widzisz… jak homary uciekają z rafy.

Het ziet ernaar uit dat het vanavond gaat regenen.

Wieczorem może padać.

Het ziet er veel erger uit dan het is.

Ono wygląda lepiej od tego niż jest.

Je ziet er goed uit met je korte haar.

Wyglądasz ładnie z krótkimi włosami.

Van een afstand ziet het eruit als een bal.

Z daleka wygląda to na piłkę.

Je ziet er op een of andere manier anders uit.

Wyglądasz dzisiaj jakoś inaczej.

Ze ziet er goed uit, maar ze kijkt zo lelijk.

Ona jest bardzo ładna, ale gotuje podle.