Translation of "Twaalf" in Polish

- Hij heeft twaalf zoons.
- Hij heeft twaalf kinderen.

- On ma dwanaścioro dzieci.
- On ma aż dwanaścioro dzieci.

- Ik ben twaalf jaar oud.
- Ik ben twaalf jaar.

Mam dwanaście lat.

Hij heeft twaalf kinderen.

On ma dwanaścioro dzieci.

- Er zijn twaalf paar hersenzenuwen.
- Er zijn twaalf paar craniale zenuwen.

Są dwie pary nerwów czaszkowych.

Een jaar heeft twaalf maanden.

Rok ma dwanaście miesięcy.

- Ik zat twaalf uur op de trein.
- Ik heb twaalf uur in de trein doorgebracht.

Jechałem pociągiem dwanaście godzin.

Tom liep honderd meter binnen twaalf seconden.

Tom przebiegł sto metrów w dwanaście sekund.

Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.

Kupiłem to za jakieś 12 dolarów.

Ik zat twaalf uur op de trein.

Jechałem pociągiem dwanaście godzin.

Ik heb twaalf uur in de trein doorgebracht.

Spędziłem 12 godzin w pociągu.

Gewoonlijk eten we lunch om twaalf uur ‘s middags.

Zwykle jemy obiad w południe.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

Dziesięć, jedenaście, dwanaście, trzynaście, czternaście, piętnaście, szesnaście, siedemnaście, osiemnaście, dziewiętnaście, dwadzieścia.