Translation of "Rijden" in Polish

0.008 sec.

Examples of using "Rijden" in a sentence and their polish translations:

- Kun je autorijden?
- Kan je rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Kunt u rijden?

Czy potrafisz prowadzić samochód?

We zullen rijden.

Pojedziemy.

- Rij voorzichtig.
- Voorzichtig rijden.

Jedź ostrożnie.

Ze kunnen allemaal rijden.

Oni wszyscy umieją prowadzić.

Ik kan niet rijden.

Nie mogę jechać.

U zult moeten rijden.

Będziesz musiał prowadzić.

Tom kan niet rijden.

Tom nie umie prowadzić.

Hij kan goed rijden.

On dobrze prowadzi.

Te snel rijden is gevaarlijk.

Jeżdżenie za szybko jest niebezpieczne.

Tom kan nog niet rijden.

Tom jeszcze nie umie prowadzić.

Laten we naar het meer rijden.

Pojedźmy nad jezioro.

Tom is te jong om auto te rijden.

Tomasz jest za młody na prowadzenie samochodu.

Hij was te dronken om naar huis te rijden.

Był zbyt pijany, by jechać do domu.

- Rijden we ver weg?
- Gaan we ergens ver weg?

Czy jedziemy daleko?

Ik gaf de auto het sein om langzamer te rijden.

Dałem znak, by samochód zwolnił.

In Amerika rijden auto's aan de rechterkant van de weg.

- W USA jest ruch prawostronny.
- W Ameryce samochody jeżdżą po prawej stronie.

Het is gevaarlijk om te bellen en tegelijkertijd te rijden.

Niebezpiecznie jest rozmawiać przez telefon i prowadzić w tym samym czasie.

Op een boerderij in Nederland kunnen we tractoren vinden die zelf rijden, drones die gewassen

W gospodarstwie rolnym w Holandii możemy znaleźć ciągniki które napędzają się, drony, które monitorują

- Ik zal u met de auto naar huis brengen.
- Ik zal je naar huis rijden.

Zawiozę cię do domu autem.

Jim is het nog niet gewend van aan de linkerkant van de weg te rijden.

Jim jeszcze nie przywykł do jeżdżenia lewą stroną.

- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik zal je met de auto naar huis brengen.
- Ik breng je met de auto naar huis.

Odwiozę cię do domu.