Translation of "Nerveus" in Polish

- U bent nerveus.
- Jij bent nerveus.

Jesteś zdenerwowany.

Tom werd nerveus.

Tom stał się nerwowy.

Ben je nerveus?

- Jesteś poruszony?
- Jesteś pod wrażeniem?

- Ben je zenuwachtig?
- Ben je nerveus?
- Bent u zenuwachtig?
- Zijn jullie zenuwachtig?
- Bent u nerveus?
- Zijn jullie nerveus?

Jesteś zdenerwowany?

- Het maakt me zenuwachtig.
- Het maakt me nerveus.
- Ik word er nerveus van.

Denerwuje mnie to.

Mama en papa zijn erg nerveus.

Mama i tata są bardzo nerwowi.

- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.

Jestem zdenerwowany.

- Ze worden nerveus.
- Ze worden zenuwachtig.

Zrobili się nerwowi.

- Je bent te nerveus.
- Je bent te zenuwachtig.
- U bent te nerveus.
- U bent te zenuwachtig.
- Jullie zijn te nerveus.
- Jullie zijn te zenuwachtig.

Jesteś zbyt nerwowy.

- Ben je niet zenuwachtig?
- Ben je niet nerveus?
- Bent u niet nerveus?
- Bent u niet zenuwachtig?
- Zijn jullie niet nerveus?
- Zijn jullie niet zenuwachtig?

Nie jesteś zdenerwowany?

- Ik ben nu nerveus.
- Ik ben nu zenuwachtig.

Jestem teraz zdenerwowany.

- Tom is ook nerveus.
- Tom is ook zenuwachtig.

- Tom też jest nerwowy.
- Tom też jest zdenerwowany.

- Ik was de hele tijd nerveus.
- Ik was de hele tijd zenuwachtig.

Byłem zdenerwowany cały czas.

Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.

- Co pan robił rano? - Pracowałem. Kosiłem trawnik traktorkiem. Trochę się denerwowałem.