Translation of "Zus" in Japanese

0.012 sec.

Examples of using "Zus" in a sentence and their japanese translations:

- Mijn zus is knap.
- Mijn zus is mooi.

私の妹はかわいいです。

- Zij is de zus van Tom.
- Zij is Toms zus.

彼女はトムのお姉さんです。

Ik haat mijn zus.

お姉ちゃんなんか大っ嫌い。

Dit is mijn zus.

こちらが私の妹です。

Mijn zus huilt vaak.

私の妹はよく泣く。

Ann heeft geen zus.

- アンには一人も姉妹がいない。
- アンには姉妹がいません。

- Mijn zus is studente geworden.
- Mijn zus werd studente op de universiteit.

私の姉は大学生になりました。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.
- Ze is mijn zus.

彼女は私の姉です。

Ik bel mijn zus op.

姉に電話をします

En mijn zus had gelijk.

そして姉の言うとおりでした

Mijn zus is heel intelligent.

私の姉はとても頭が良い。

Mijn zus is eindelijk getrouwd.

とうとう私の姉は結婚した。

Mijn zus heeft een baan.

妹は仕事を持っています。

Hij trouwde met mijn zus.

彼は私の姉と結婚した。

Wij zijn broer en zus.

私たちは兄弟です。

Mijn zus houdt van snoep.

- 私の姉は甘党だ。
- 姉は甘いものが好きです。

Ze moest haar zus verzorgen.

彼女は妹の世話をしなければならなかった。

Mijn zus zingt heel mooi.

私の姉は歌がとてもうまい。

Zij is mijn oudere zus.

彼女は私の姉です。

- Tom heeft een zus van 13.
- Tom heeft een 13 jaar oude zus.

トムには13歳の姉がいる。

- Straks is onze zus bij ons.
- Onze zus zal binnenkort bij ons zijn.

すぐにシスターが参ります。

- Dat is de camera van mijn zus.
- Dat is mijn zus haar camera.

あれは私の妹のカメラです。

- Mijn grote zus gaat naar de universiteit.
- Mijn oudere zus gaat naar de universiteit.

私の姉は大学へ通っている。

In welke klas zit je zus?

君の妹さんは何年生なの?

Mijn zus speelt met een pop.

妹は人形で遊んでいる。

Haar zus ziet er jong uit.

彼女の姉は若く見える。

Zijn zus is een opmerkelijke schoonheid.

彼の姉さんはすごい美人だ。

Ik gaf mijn zus een woordenboek.

私は妹に辞書をあげた。

Zijn zus ziet er jong uit.

彼の姉は若く見える。

Mijn zus gaat naar de universiteit.

私の姉は大学へ通っている。

Hoe gaat het met je zus?

- 妹さんは元気?
- お姉さんはお元気ですか。

Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

姉はギターを弾くことが上手だ。

Mijn oudere zus kan goed typen.

姉はタイプが上手です。

Mijn zus kan erg snel zwemmen.

姉はとても早く泳げる。

Mijn zus heeft een leuke piano.

姉はすばらしいピアノを持っています。

Dit woordenboek is van mijn zus.

この辞書は私の姉のです。

Die boeken zijn van mijn zus.

あれらは私の妹の本です。

Mijn zus werkt als lerares Engels.

姉の仕事は英語を教えることです。

Ik heb twee broers en één zus.

私には2人の兄弟と1人の姉がいる。

Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.

- 妹は昨日神戸へ行った。
- 私の妹は昨日神戸に行った。

Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?

彼女と彼女の姉を見分けられますか。

Ik heb mijn zus een pop gegeven.

私は妹に人形をあげました。

Mijn zus was een erg knappe vrouw.

姉は美しい女性だった。

Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.

彼女の姉は先月結婚した。

Mijn zus is ouder dan mijn broer.

私の姉は兄より年上です。

Mijn jongste zus heeft sinds vannacht tandpijn.

私の妹は、昨晩からずっと歯痛で苦しんでいます。

Mijn zus verwacht een baby in juni.

姉は六月に出産の予定です。

Mijn zus trouwde hem ondanks onze bezwaren.

姉は我々の反対にもかかわらず彼と結婚した。

Jack zou zijn zus nooit meer zien.

ジャックは妹に2度と会えない運命であった。

Dit is een foto van mijn zus.

これは私の妹を撮った写真です。

Mijn zus werd studente op de universiteit.

私の姉は大学生になりました。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.
- Mijn jongere zus is beroemd.
- Mijn zusje is beroemd.

私の妹は有名だ。

Wanneer vertrok jouw zus vanuit Tokio naar Londen?

君の妹はいつロンドンに向けて東京を出発したのですか。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.

彼女は私の姉です。

Ik probeer contact te krijgen met haar zus.

彼女の妹さんに連絡をとろうとしています。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.

私の妹は有名だ。

Mijn zus houdt van meloenen en ik ook.

私の姉はメロンが好きだし、私も好きだ。

Mijn zus liet me een nieuw horloge zien.

姉が僕に新しい時計を見せてくれた。

Ik heb geen auto, maar mijn zus wel.

私は車を持っていませんが、妹は持っています。

Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.

- 私の妹は週に二回ピアノのレッスンを受ける。
- 妹は週2でピアノのレッスンを受けている。
- 姉は週に2回ピアノのレッスンを受けている。

Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.

姉は毎朝シャワーを浴びます。