Translation of "Verleden" in Italian

0.004 sec.

Examples of using "Verleden" in a sentence and their italian translations:

Een band tussen mijn verleden,

un legame tra il mio passato,

Tom zit vast in het verleden.

Tom è bloccato nel passato.

Ik weet niets over zijn verleden.

- Non conosco nulla del suo passato.
- Non so niente del suo passato.
- Io non so niente del suo passato.
- Non so nulla del suo passato.
- Io non so nulla del suo passato.
- Io non conosco nulla del suo passato.
- Non conosco niente del suo passato.

Het is iets van het verleden.

È una cosa del passato.

Tom is trots op zijn verleden.

- Tom è fiero del suo passato.
- Tom è orgoglioso del suo passato.

Ik leef niet in het verleden.

- Non vivo nel passato.
- Io non vivo nel passato.

Vergelijkt met rooskleurige beelden van het verleden.

con le immagini edulcorate del passato.

Maak je geen zorgen over het verleden.

- Non preoccuparti del passato.
- Non preoccupatevi del passato.
- Non si preoccupi. del passato.
- Non ti preoccupare del passato.
- Non vi preoccupate del passato.

Archeologie ontdekt de geheimen van het verleden.

L'archeologia rivela i segreti del passato.

Ofwel met onze aandacht in het verleden zijn,

con la nostra attenzione rivolta o al passato

Soms lezen we om het verleden te begrijpen.

A volte leggiamo per capire il passato.

We kunnen het verleden en het heden registreren.

- Possiamo registrare il passato e il presente.
- Noi possiamo registrare il passato e il presente.

En hoe mensen in het verleden reageerden op grote veranderingen,

e come gli uomini in passato hanno risposto ai cambiamenti,

In tijden van crisis moet je nooit het verleden gaan idealiseren.

In tempo di crisi non bisogna idealizzare il passato.

- Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
- Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.

Il passato può solo essere conosciuto, non cambiato. Il futuro può essere solo cambiato, non conosciuto.

- Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?

Hai visto la televisione ieri sera?

Het verleden kan men kennen, maar niet veranderen. De toekomst kan men veranderen, maar niet kennen.

Il passato può solo essere conosciuto, non cambiato. Il futuro può essere solo cambiato, non conosciuto.

Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.

Il piacere è sempre o passato o futuro, non mai presente.

- Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
- Hebt gij gisteravond televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?

Hai visto la televisione ieri sera?