Translation of "Televisie" in Italian

0.005 sec.

Examples of using "Televisie" in a sentence and their italian translations:

- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!

Non guardi la TV.

Kijk je televisie?

Guardi la televisione?

Kijk geen televisie!

- Non guardare la TV.
- Non guardate la TV.
- Non guardi la TV.

- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!
- Kijk geen TV.

- Non guardare la TV.
- Non guardate la TV.
- Non guardi la TV.
- Non guardare la televisione.

Ze kijkt voortdurend televisie.

- Guarda in continuo la televisione.
- Lei guarda in continuo la televisione.

Italiaanse televisie is nutteloos.

La televisione italiana è inutile.

- Ik lees. Zet de televisie af!
- Ik lees. Zet de televisie uit!

- Sto leggendo, spegni la tele!
- Sto leggendo, spegni la televisione!
- Sto leggendo. Spegni la televisione!
- Sto leggendo. Spegnete la televisione!
- Sto leggendo. Spenga la televisione!

- Kijk je televisie?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?
- Kijken jullie televisie?

Guardi la televisione?

Mag ik de televisie aanzetten?

Posso accendere la televisione?

Hij heeft de televisie ingeschakeld.

Ha acceso la televisione.

- Hij kijkt televisie voordat hij gaat studeren.
- Hij kijkt televisie alvorens te studeren.

- Guarda la televisione prima di studiare.
- Lui guarda la televisione prima di studiare.

Mijn kinderen mogen geen televisie kijken.

- Non lascio guardare la TV ai miei figli.
- Io non lascio guardare la TV ai miei figli.

Laat de televisie niet aan staan.

- Non lasciare la televisione accesa!
- Non lasciate la televisione accesa!
- Non lasci la televisione accesa!

Zet de televisie niet luider alstublieft.

Non alzare il volume della televisione, per favore.

Gelieve de televisie aan te zetten.

- Per piacere, accendi la TV.
- Per favore, accendi la TV.
- Per piacere, accenda la TV.
- Per favore, accenda la TV.
- Per piacere, accendete la TV.
- Per favore, accendete la TV.

Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.

La televisione ci aiuta ad ampliare la nostra conoscenza.

Volgens de televisie zal het morgen regenen.

Stando alla TV, pioverà domani.

Er staat een televisie in mijn kamer.

- C'è un televisore nella mia camera.
- C'è un televisore nella mia stanza.

Ik heb een tenniswedstrijd gekeken op televisie.

Ho guardato una partita di tennis in TV.

Mijn huiswerk gedaan hebbende, keek ik televisie.

Avendo fatto i compiti, ho guardato la televisione.

Ze hebben gisteren naar de televisie gekeken.

- Hanno guardato la televisione ieri.
- Loro hanno guardato la televisione ieri.

Er is een televisie in deze kamer.

C'è un televisore in questa stanza.

- De tv is kapot.
- De televisie is kapot.

Il televisore è rotto.

De kinderen kunnen urenlang tekenfilms kijken op televisie.

I bambini sono capaci di guardare dei cartoni animati in televisione per delle ore.

- Dit is een tv.
- Dit is een televisie.

Questo è un televisore.

- Ik keek toen tv.
- Dan keek ik televisie.

Stavo guardando la TV allora.

- Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
- Hebt gij gisteravond televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?

Hai visto la televisione ieri sera?

Ik maak mijn huiswerk, nadat ik televisie heb gekeken.

Farò i compiti dopo che avrò visto la televisione.

Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.

- Spegni la televisione. Non riesco a concentrarmi.
- Spegni la tele. Non riesco a concentrarmi.
- Spegnete la televisione. Non riesco a concentrarmi.
- Spegnete la tele. Non riesco a concentrarmi.
- Spenga la televisione. Non riesco a concentrarmi.
- Spenga la tele. Non riesco a concentrarmi.

- Tom kijkt te veel tv.
- Tom kijkt te veel televisie.

Tom guarda troppa televisione.

- Ik kijk geen tv.
- Ik kijk niet naar de televisie.

Non guardo la televisione.

Als je vrij wilt zijn, moet je je televisie vernietigen.

Se vuoi essere libero, distruggi il tuo televisore.

- Laat de televisie niet aan staan.
- Laat de tv niet aanstaan.

- Non lasciare la TV accesa.
- Non lasciate la TV accesa.
- Non lasci la TV accesa.

We zijn geneigd televisie te kijken ongeacht het programma dat bezig is.

Tendiamo a vedere la televisione qualunque cosa venga trasmessa.

- Mijn vader komt vanavond op tv.
- Mijn vader komt vanavond op de televisie.

Mio padre apparirà in TV stasera.

- Omdat zij teevee aan het kijken zijn.
- Omdat ze televisie aan het kijken zijn.
- Omdat ze tv aan het kijken zijn.
- Omdat ze naar de televisie zitten te kijken.

- Perché stanno guardando la televisione.
- Perché loro stanno guardando la televisione.

- Heb je verleden nacht naar de televisie gekeken?
- Heb je gisteravond naar de tv gekeken?

Hai visto la televisione ieri sera?