Translation of "Februari" in Italian

In februari wordt hij zeventien.

Lui avrà diciassette anni in febbraio.

Valentijnsdag wordt gevierd in februari.

San Valentino viene celebrato in febbraio.

In februari wordt ze zeventien jaar.

Lei avrà diciassette anni a febbraio.

Het is heel koud hier in februari.

- Qui a febbraio fa molto freddo.
- Fa molto freddo qui a febbraio.

Morgen is het zaterdag, 5 februari 2011.

Domani è sabato 5 febbraio 2011.

In februari hadden we een korte vakantie.

A febbraio abbiamo avuto una breve vacanza.

In februari 1815 ontsnapte Napoleon uit ballingschap op Elba en landde in Frankrijk.

Nel febbraio 1815 Napoleone fuggì dall'esilio all'Elba e sbarcò in Francia.

In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.

In ogni caso bisogna votare sì al referendum del 18 febbraio.

De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.

I mesi dell'anno sono: gennaio, febbraio, marzo, aprile, maggio, giugno, luglio, agosto, settembre, ottobre, novembre e dicembre.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.

Gennaio, febbraio, marzo, aprile, maggio, giugno, luglio, agosto, settembre, ottobre, novembre e dicembre sono i dodici mesi dell'anno.