Translation of "Volgende" in German

Volgende!

- Der Nächste!
- Die Nächste!

- Tot volgende week!
- Tot volgende week.

Bis nächste Woche!

- De volgende persoon a.u.b.
- De volgende, alstublieft.

Der Nächste, bitte.

- Verbeter de volgende zinnen.
- Corrigeer de volgende zinnen.

- Korrigiere die folgenden Sätze.
- Korrigiert die folgenden Sätze.
- Korrigieren Sie die folgenden Sätze.

De volgende, alstublieft.

Der Nächste, bitte.

Tot volgende week.

Bis nächste Woche!

Tot volgende week!

Bis nächste Woche!

Verklaar het volgende.

Erkläre das Folgende.

Overweeg even het volgende:

Aber bedenken Sie:

...kies dan 'Volgende aflevering'.

dann wähle 'Nächste Folge'.

Hou volgende zondag vrij.

Halte nächsten Sonntag frei.

Tot de volgende keer.

- Bis zum nächsten Mal.
- Bis nächstes Mal.

Misschien de volgende keer!

Vielleicht das nächste Mal!

We verhuizen volgende maand.

Wir ziehen nächsten Monat um.

Ik vertrek volgende week.

Ich gehe nächste Woche weg.

De volgende persoon a.u.b.

Der Nächste, bitte.

Wie is de volgende?

Wer ist der Nächste?

Leg het volgende uit.

Erkläre das Folgende.

Ik verhuis volgende maand.

Ich werde nächsten Monat umziehen.

Tom trouwt volgende maand.

Tom wird nächsten Monat heiraten.

- De volgende zondag begint de zomertijd.
- De volgende zondag begint het zomeruur.

Nächsten Sonntag beginnt die Sommerzeit.

- Volgende keer zal ik eerder komen.
- Volgende keer zal ik vroeger komen.

Nächstes Mal werde ich früher kommen.

- De volgende zondag eindigt de zomertijd.
- De volgende zondag eindigt het zomeruur.

- Am kommenden Sonntag wird die Sommerzeit enden.
- Am nächsten Sonntag geht die Sommerzeit zu Ende.

Meditatie doet precies het volgende:

Meditation macht genau das:

Bill komt volgende week terug.

Bill kommt nächste Woche zurück.

Wanneer vertrekt de volgende bus?

Wann fährt der nächste Bus?

Ik zie je volgende week.

- Bis nächste Woche!
- Wir sehen uns in der kommenden Woche wieder.

Volgende week heb ik avondploeg.

Nächste Woche habe ich Spätschicht.

Volgende maand zal ze bevallen.

- Sie bekommt nächsten Monat ein Baby.
- Sie wird nächsten Monat ein Kind gebären.

Volgende maand ga ik verhuizen.

Ich ziehe nächsten Monat um.

Mijn rijbewijs vervalt volgende week.

Mein Führerschein läuft nächste Woche ab.

Toms rijbewijs verloopt volgende maand.

Toms Führerschein läuft im nächsten Monat ab.

We zien elkaar volgende week.

- Man sieht sich nächste Woche!
- Bis nächste Woche!
- Wir sehen uns nächste Woche!

Ik ga volgende maand verhuizen.

Ich werde nächsten Monat umziehen.

Maar nu het volgende onderwerp.

Aber nun zu unserem nächsten Thema.

Wie is de volgende kandidaat?

Wer ist der nächste Kandidat?

Hamilton stierf de volgende dag.

- Hamilton ist am nächsten Tag gestorben.
- Hamilton starb am nächsten Tag.

De lessen beginnen volgende week.

Der Unterricht beginnt nächste Woche.

Taxiprijzen gaan volgende maand omhoog.

Die Taxi-Tarife werden nächsten Monat steigen.

Wees voorzichtig de volgende keer.

Sei nächstes Mal vorsichtig.

Het zal volgende keer werken.

Es wird nächstes Mal klappen.

Ik doe het volgende week.

Ich mache es nächste Woche.

- Wat doe je de volgende week?
- Wat ga je de volgende week doen?

- Was machst du nächste Woche?
- Was machst du in der nächsten Woche?

- Ik stap uit op het volgende station.
- Op de volgende halte stap ik uit.
- Ik stap uit in het volgende station.

- Ich steige beim nächsten Bahnhof aus.
- Ich steige an der nächsten Haltestelle aus.

- Het concert zal de volgende zomer plaatshebben.
- Het concert vindt de volgende zomer plaats.

Das Konzert findet im nächsten Sommer statt.

- Ik stap uit op het volgende station.
- Ik stap uit in het volgende station.

- Ich steige beim nächsten Bahnhof aus.
- Ich steige an der nächsten Haltestelle aus.
- Ich steige an der nächsten Station aus.
- An der nächsten Station steige ich aus.

- Op het volgende station moet u overstappen.
- U moet op het volgende station overstappen.

- Steigen Sie an der nächsten Haltestelle um.
- Sie müssen an der nächsten Station umsteigen.
- Beim nächsten Halt müssen Sie umsteigen.

De school start de volgende maandag.

Die Schule beginnt nächsten Montag.

We hebben een feest volgende zaterdag.

Wir werden am nächsten Samstag eine Party machen.

Hij kondigde de volgende zanger aan.

Er kündigte den nächsten Sänger an.

Ik zal de volgende bus nemen.

Ich werde den nächsten Bus nehmen.

Stap uit bij de volgende halte.

- Steigt an der nächsten Haltestelle aus.
- Steigen Sie an der nächsten Haltestelle aus.

Volgende week reis ik naar Europa.

Nächste Woche reise ich nach Europa.

De volgende dag was het kerstdag.

- Am nächsten Tag war Weihnachten.
- Am folgenden Tag war Weihnachten.

Er is altijd een volgende keer.

Es gibt immer ein nächstes Mal.

Ik zal de volgende vergadering bijwonen.

Ich werde am nächsten Meeting teilnehmen.

De volgende maand zal ze bevallen.

Sie bekommt nächsten Monat ein Baby.

De volgende ochtend was hij weg.

- Am nächsten Morgen war er weg.
- Am nächsten Morgen war er tot.
- Am nächsten Morgen war er fort.

Ik moet volgende week naar Tokio.

Ich soll nächste Woche nach Tokyo fahren.

Volgende maand vertrek ik naar Australië.

Ich fahre nächsten Monat nach Australien.