Translation of "Tandpijn" in German

0.003 sec.

Examples of using "Tandpijn" in a sentence and their german translations:

- Heb je kiespijn?
- Heb je tandpijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heb je last van tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

- Hast du Zahnschmerzen?
- Hast du Zahnweh?

Ik heb tandpijn.

- Ich habe Zahnschmerzen.
- Ich habe Zahnweh.

- Heb je kiespijn?
- Heb je tandpijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

- Hast du Zahnschmerzen?
- Hast du Zahnweh?

Gisteren had ik tandpijn.

- Gestern hatte ich Zahnschmerzen.
- Ich hatte gestern Zahnschmerzen.

Heb je nog tandpijn?

Hast du noch Zahnschmerzen?

- Heb je kiespijn?
- Heeft u tandpijn?
- Heeft u last van tandpijn?

Hast du Zahnschmerzen?

Ik had de hele dag tandpijn.

Ich hatte den ganzen Tag Zahnschmerzen.

- Ik heb kiespijn.
- Ik heb tandpijn.

Ich habe Zahnschmerzen.

Ik kon niet slapen door mijn tandpijn.

Ich kann mit meinen Zahnschmerzen nicht schlafen.

- Ik heb tandpijn.
- Mijn tand doet pijn.

- Mein Zahn tut weh.
- Mir schmerzt der Zahn.

Ik heb tandpijn en wil naar de tandarts gaan.

Ich habe Zahnschmerzen und will zum Zahnarzt.