Translation of "Runt" in German

Mijn vader runt een restaurant.

Mein Vater betreibt ein Restaurant.

Mijn oom runt een hotel.

Mein Onkel hat ein Hotel.

Mijn oudere broer runt dat bedrijf.

- Mein älterer Bruder leitet diese Firma.
- Mein älterer Bruder ist der Geschäftsführer dieser Firma.

- Hij runt een schoenenwinkel.
- Hij heeft een schoenenwinkel.

Er betreibt ein Schuhgeschäft.

- „En wat doet Tom tegenwoordig?” „Hij is slavendrijver.” „Wat?” „Hij runt een uitzendkantoor.”
- „En waarmee houdt Tom zich tegenwoordig bezig?” „Hij is slavendrijver.” „Wat?” „Hij leidt een interimbureau.”

„Und womit beschäftigt sich Tom jetzt?“ – „Er ist Sklavenhändler.“ – „Was?“ – „Er führt eine Leihfirma.“