Translation of "Naast" in German

- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
- Zij ging naast mij zitten.

Sie saß neben mir.

- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.

Sie saß neben mir.

- Ken zette zich naast mij.
- Ken zat naast me.

Ken setzte sich neben mich.

- Ik zette mij naast hem.
- Ik zat naast hem.

- Ich setzte mich neben ihn.
- Ich saß neben ihm.

- Ik zette mij naast hem.
- Ik ging naast hem zitten.

Ich setzte mich neben ihn.

- Hij zette zich naast haar.
- Hij ging naast haar zitten.

Er setzte sich neben sie.

- Je kan naast me zitten.
- Je mag naast me zitten.

Du kannst dich neben mich setzen.

- Hij zette zich naast mij.
- Hij ging naast me zitten.

Er setzte sich neben mich.

Zij zaten naast elkaar.

- Sie saßen Seite an Seite.
- Sie saßen nebeneinander.

Tom zat naast Mary.

Tom saß neben Maria.

Hij woont naast ons.

Er wohnt neben uns.

Ze zat naast mij.

Sie saß neben mir.

Ik zat naast hem.

Ich saß neben ihm.

Ik woon naast haar.

Ich wohne neben ihr.

Ik zat naast John.

Ich saß neben John.

Ken zette zich naast mij.

Ken setzte sich neben mich.

De meisjes zaten naast elkaar.

Die Mädchen saßen nebeneinander.

Ga niet naast me staan.

Steh nicht neben mir!

Tom wilde naast Maaike zitten.

Tom wollte neben Mary sitzen.

Iedereen wil naast haar zitten.

Alle wollen neben ihr sitzen.

Hij ging naast me zitten.

Er setzte sich neben mich.

Hij ging naast haar zitten.

Er setzte sich neben sie.

De meisjes zitten naast elkaar.

Die Mädchen sitzen nebeneinander.

Hij zette zich naast haar.

Er setzte sich neben sie.

Tom ging naast Maria zitten.

Tom setzte sich neben Maria.

Ik ging naast hem zitten.

Ich setzte mich neben ihn.

- De bank bevindt zich naast het postkantoor.
- De bank ligt naast het postkantoor.

Die Bank befindet sich neben der Post.

...zag ik haar vlak naast me.

kam er an meine Seite,

De koningin stond naast de koning.

Die Königin stand neben dem König.

De kat slaapt graag naast me.

Die Katze schläft gern neben mir.

De bakkerij is naast de beenhouwerij.

Die Bäckerei liegt neben der Metzgerei.

De zoon staat naast de vader.

Der Sohn steht neben dem Vater.

Naast Tom kende ik daar niemand.

Bis auf Tom kannte ich niemanden dort.

Ons hotel ligt naast de kust.

Unser Hotel grenzt an die Meeresküste.

Tom wilde niet naast me zitten.

Tom wollte nicht neben mir sitzen.

Tom werd naast zijn vrouw begraven.

- Tom wurde neben seiner Frau begraben.
- Tom wurde neben seiner Frau bestattet.

Naast de tafel staan twee stoelen.

Neben dem Tisch stehen zwei Stühle.

Naast de oven is het warm.

Neben dem Ofen ist es warm.

De mond van het luipaard was net naast, misschien een paar cm... ...naast mijn rechter oor.

Sein Maul war wahrscheinlich weniger als zwei Zentimeter neben meinem rechten Ohr.

Naast Frans spreekt hij natuurlijk ook Engels.

Neben Französisch spricht er natürlich auch Englisch.

Tom zat naast Maria aan de piano.

Tom setzte sich neben Maria an das Klavier.

Dat meer naast ons bestaat uit puur accuzuur.

Der See, neben dem wir stehen, besteht aus reiner Batteriesäure.

Met haar dochter van middelbare leeftijd naast haar

mit ihrer erwachsenen Tocher auf dem Beifahrersitz,

Er hangt een tweede spiegel naast de deur.

Ein zweiter Spiegel hängt neben der Tür.

Mijn hond zit naast me en kijkt televisie.

Mein Hund sitzt neben mir und guckt Fernsehen.

Maar zat hij naast je in het vliegtuig?

Aber saß er neben dir im Flugzeug?

Naast Engels kent hij nog Duits en Frans.

Außer Englisch kann er Deutsch und Französisch.

Er zijn een paar winkels naast mijn huis.

Neben meinem Zuhause sind ein paar Geschäfte.

...en er zit nog een grote octopus naast haar.

Da war noch ein großer Krake neben ihm.

Een oude man zat naast mij in de bus.

Ein alter Mann saß neben mir im Bus.

- Ik zat dicht bij John.
- Ik zat naast John.

Ich saß neben John.

Hou de hand vast van je persoon naast je.

Halten wir die Hand der Person neben uns.

Maria zit naast de intelligentste van de twee broers.

Maria sitzt neben dem intelligenteren der beiden Brüder.

Naast littekens op haar oren en armen, is ze kreupel...

Neben den Narben an Ohren und Armen humpelt sie nun,

...naast andere doelen. Daarom namen we de stad Pando in.

an ihn zu organisieren. Und so planten wir die Einnahme der Stadt Pando.

Tom en Mary zitten vaak naast elkaar in de bus.

Tom und Maria sitzen im Bus oft nebeneinander.

Ik had liever gehad, dat ze naast me zou zitten.

Mir wäre es lieber gewesen, wenn sie sich neben mich gesetzt hätte.

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Als sie aufwachten, sahen sie einen Stein neben sich liegen.

In 1835 reed hij naast koning Louis Philippe in een openbare parade…

1835 ritt er bei einer öffentlichen Parade neben König Louis Philippe…

De uitgang van de metro is vlak naast de deur van het gebouw.

Der Metroausgang ist wirklich direkt neben der Tür des Gebäudes.

Hans Christian Andersen is, naast de gebroeders Grimm, de beroemdste sprookjesverteller ter wereld.

Hans Christian Andersen ist, neben den Gebrüdern Grimm, der bekannteste Märchenerzähler der Welt.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Alle Schüler dieser Schule müssen neben Englisch eine weitere Fremdsprache lernen.

Wie is de vrouw die naast mijn broer zit en nu met hem spreekt?

Was ist denn das für eine Frau, die da neben meinem Bruder sitzt und ihn gerade anspricht?