Translation of "Slaap" in French

- Slaap!
- Slaap.

- Dormez.
- Dors.
- Endors-toi.
- Endormez-vous.

- Slaap wel.
- Slaap lekker!

Dormez bien !

Slaap!

- Dors !
- Dormez !
- Dors.
- Endors-toi.
- Endormez-vous.

- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Welterusten.
- Slaap lekker!

- Bonne nuit !
- Bonne nuit.

Slaap wel.

Bonne nuit !

Slaap lekker.

- Dors bien.
- Dormez bien.

Slaap je?

Tu dors ?

- Je hebt slaap nodig.
- U heeft slaap nodig.
- Jullie hebben slaap nodig.

- Vous avez besoin de sommeil.
- Tu as besoin de sommeil.

- Ge hebt slaap nodig.
- Je hebt slaap nodig.

Vous avez besoin de sommeil.

- Ge hebt slaap nodig.
- Jullie hebben slaap nodig.

- Vous avez besoin de sommeil.
- Tu as besoin de sommeil.

Heb je slaap?

As-tu sommeil ?

Slaap je, Tom?

Est-ce que tu dors, Tom ?

- Goedenacht.
- Slaap wel.

Bonne nuit.

Ik slaap naakt.

Je dors à poil.

Ik heb slaap!

J'ai sommeil !

Ik slaap nooit.

Je ne dors jamais.

Slaap zacht, Sean.

Dors bien, Sean.

Slaap lekker, Timmy.

Dors bien, Timmy.

Ik slaap staand.

Je dors debout.

- Goedenacht.
- Slaap lekker.

Bonne nuit.

Slaap is goed.

Le sommeil c'est bien.

- Slaap niet in bad.
- Slaap niet in de badkuip.

Ne dors pas dans la baignoire.

- Ze viel in slaap.
- Ze is in slaap gevallen.

Elle s'est endormie.

- Ik slaap in mijn kamer.
- Ik slaap in mijn slaapkamer.

Je dors dans ma chambre.

Kinderen hebben slaap nodig.

Les enfants ont besoin de sommeil.

Ik viel in slaap.

- Je me suis endormi.
- Je me suis endormie.

Ik heb veel slaap.

J'ai très sommeil.

Tom valt in slaap.

- Tom tombe de sommeil.
- Tom s'endort.

- Goedenacht.
- Slaap wel.
- Goedenacht!

Bonne nuit !

Ik slaap niet goed.

Je ne dors pas bien.

Ik slaap niet genoeg.

Je ne dors pas assez.

We hebben slaap nodig.

Il nous faut du sommeil.

Val niet in slaap.

Ne t'endors pas.

Slaap niet in bad.

Ne dors pas dans la baignoire.

- Welterusten.
- Slaap lekker!
- Welterusten!

- Dors bien !
- Dormez bien !

Slaap lekker, mijn prinses.

Fais de beaux rêves, ma princesse.

Ik slaap best goed.

Je dors plutôt bien.

- Ik viel niet in slaap.
- Ik ben niet in slaap gevallen.

- Je ne me suis pas endormi.
- Je ne me suis pas endormie.

- Hoeveel uren slaap heb je nodig?
- Hoeveel uur slaap heb jij nodig?

De combien d'heures de sommeil as-tu besoin ?

- Ik kon niet in slaap raken.
- Ik kon niet in slaap komen.

Je n'ai pas pu m'endormir.

- Ik mag niet in slaap vallen.
- Ik kan niet in slaap vallen.

Je n'arrive pas à m'endormir.

- Slaap lekker, Timmy.
- Slaapwel, Timmy.

- Dors bien, Timmy.
- Fais de beaux rêves Timmy.

De baby viel in slaap.

Le bébé s'est endormi.

Tom praatte in zijn slaap.

Tom parla dans son sommeil.

Hij praat in zijn slaap.

Il parle en dormant.

Ik vocht tegen de slaap.

Je me battais contre le sommeil.

Goede nacht en slaap lekker!

Bonne nuit et dormez bien !

Drink minder en slaap meer.

Bois moins et dors davantage.

Ik slaap in mijn kamer.

Je dors dans ma chambre.

Slaap is de beste meditatie.

Le sommeil est la meilleure des méditations.

Ben ik in slaap gevallen?

Est-ce que je me suis endormie ?

Waarom slaap je nog niet?

Pourquoi ne dors-tu pas encore ?

- Ik viel in slaap, terwijl ik muziek beluisterde.
- Ik viel in slaap met muziek.

- Je me suis endormi en écoutant de la musique.
- Je me suis endormie en écoutant de la musique.

Ik slaap al als jij terugkomt.

Je serai couché à l'heure où tu rentreras.

- Slaap lekker!
- Droom zacht!
- Zoete dromen!

- Fais de beaux rêves !
- Faites de beaux rêves !

Slaap niet met het licht aan.

Ne dors pas avec la lumière allumée.

Ik heb een beetje slaap nodig.

Je dois prendre un peu de sommeil.

De slaap is een perfect geneesmiddel.

Le sommeil est un excellent médicament.

Hoeveel uur slaap heb jij nodig?

De combien d'heures de sommeil as-tu besoin ?