Translation of "Middag" in French

0.006 sec.

Examples of using "Middag" in a sentence and their french translations:

Het is middag.

Il est midi.

Het was bijna middag.

Il était environ midi.

Het regende de hele middag.

Il a plu tout au long de l'après-midi.

Eet je brood tussen de middag?

As-tu du pain pour déjeuner ?

Betty zal voor de middag kunnen komen.

Betty pourra venir avant midi.

Tegen de middag zouden ze moeten aankomen.

- Ils doivent arriver à midi.
- Elles doivent arriver à midi.

- Het is middag.
- Het is twaalf uur.

Il est midi.

- Op 27/02 ben ik de hele middag vrij.
- Op 27 februari ben ik de hele middag vrij.

Le 27 février, je suis libre tout l'après-midi.

Hij kwam om 3 uur in de middag.

Il est venu à trois heures de l'après-midi.

Toen ik wakker werd, was het bijna middag.

Il était presque midi quand je me suis réveillé.

Tom heeft de hele middag lang kerstcadeautjes ingepakt.

Tom a passé tout l'après-midi à emballer des cadeaux de Noël.

Je moet dit werk tegen de middag af hebben.

Vous devez avoir terminé votre travail avant midi.

- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al gegeten deze middag?

- As-tu déjà pris ton déjeuner ?
- As-tu déjà dîné ?

Bij ons wordt de post pas tegen de middag afgenomen.

Chez nous, le courrier n'est emporté qu'à midi.

- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?

- Tu es occupé demain après-midi ?
- Êtes-vous occupé demain après-midi ?
- Êtes-vous occupée demain après-midi ?

- Het was heel heet deze middag.
- Het was vanmiddag erg heet.

- Il a fait très chaud cet après-midi.
- Il faisait très chaud cette après-midi.

- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?

As-tu déjà dîné ?

Het was bijna middag tegen de tijd dat Tom wakker werd.

Il était presque midi lorsque Tom s'est réveillé.

Ze oefent op de piano in de middag of in de avond.

Elle joue du piano l'après-midi ou en soirée.

- Vanavond gaan we naar de kerk.
- In de middag gaan wij naar de kerk.

Ce soir nous allons à l'église.

- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?

- As-tu déjà déjeuné ?
- As-tu déjà déjeuné ?

Tom en zijn kinderen zijn de hele middag op zoek geweest naar de perfecte kerstboom.

Tom et ses enfants ont passé tout l'après-midi à chercher le parfait sapin de Noël.

Daarna ontmoetten ze elkaar iedere middag op de kade, ontbeten samen, dineerden, wandelden en bewonderden de zee.

Ensuite, tous les midis ils se retrouvaient sur les quais, petit-déjeunaient ensemble, déjeunaient, se promenaient et admiraient la mer.

- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?
- Heb je al gedineerd?

- As-tu déjà pris ton déjeuner ?
- As-tu déjà déjeuné ?
- Avez-vous déjà déjeuné ?

En zo zat hij op een keer aan het eind van de middag in de tuin te eten, toen een dame met een baret rustig in zijn richting kwam om aan de tafel naast hem te gaan zitten.

Un soir, alors qu’il dînait dans le parc, la dame au béret s’approcha lentement pour venir occuper la table voisine.