Translation of "Lippen" in French

- Zijn lippen waren bleek.
- Hij had bleke lippen.

Il avait les lèvres pâles.

- Zijn lippen waren zacht.
- Haar lippen waren zacht.

Ses lèvres étaient douces.

- Je lippen zijn rood.
- Jouw lippen zijn rood.

Tes lèvres sont rouges.

Hij had bleke lippen.

Il avait les lèvres pâles.

Zijn lippen waren bleek.

Il avait les lèvres pâles.

Jouw lippen zijn blauw.

- Tes lèvres sont bleues.
- Vos lèvres sont bleues.

Hun lippen raakten elkaar.

- Leurs lèvres se touchèrent.
- Leurs lèvres se touchaient.

U heeft mooie lippen.

Vous avez de très belles lèvres.

In de winter barsten onze lippen.

Quand c’est l’hiver, mes lèvres se gercent.

De demografische verandering is op ieders lippen.

Le changement démographique est sur toutes les lèvres.

Maak je geen zorgen! Mijn lippen zijn verzegeld.

Ne t'inquiète pas ! Je serai bouche cousue.

Dus om rijpheid te controleren, knijpt hij in de vijgen met zijn lippen.

alors, pour vérifier leur maturité, il presse légèrement chaque figue avec ses lèvres.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.

Sadako voulait dire plus mais sa bouche et sa langue ne voulaient pas bouger.

Terwijl ze het verwijt hoorde dat aan haar gericht was, drukte de jonge collega de lippen hard op elkaar.

La jeune collègue serrait fortement les lèvres tandis qu'elle écoutait les reproches qui lui étaient destinés.