Translation of "Betalen" in French

We betalen.

Nous payons.

- Ge moet vooraf betalen.
- Je moet vooraf betalen.

Tu dois payer d'avance.

Laat mij betalen.

Laisse-moi payer.

Ik wil betalen.

- Je veux payer.
- Je voudrais payer.

Hoeveel betalen jullie?

Combien payez-vous ?

Je moet betalen.

- Tu dois payer.
- Il faut payer.

Wie zal betalen?

Qui paiera ?

Je moet vooraf betalen.

Vous devez payer d'avance.

Niemand kan dat betalen.

Personne ne peut payer ça.

Moet ik je betalen?

- Me faut-il vous payer ?
- Me faut-il te payer ?
- Dois-je vous payer ?
- Dois-je te payer ?

Hij weigerde te betalen.

- Il refusa de payer.
- Il se refusa à payer.
- Il s'est refusé à payer.
- Il a refusé de payer.

Zij weigerde te betalen.

- Elle refusa de payer.
- Elle se refusa à payer.
- Elle a refusé de payer.
- Elle s'est refusée à payer.

Hoeveel moet ik betalen?

- Combien dois-je payer?
- Combien dois-je ?

Ik zal later betalen.

Je payerai plus tard.

Niemand kan zoiets betalen.

Personne ne peut payer ça.

Ik weigerde te betalen.

Je me refusai à payer.

- U betaalt.
- Jullie betalen.

Vous payez.

Ze betalen Tom goed.

Ils paient bien Tom.

- Kan ik met een creditcard betalen?
- Kan ik via creditcard betalen?

- Est-ce que je peux payer avec une carte de crédit ?
- Puis-je payer par carte de crédit ?
- Puis-je payer avec une carte de crédit ?

- Laat mij voor het diner betalen.
- Laat mij voor het avondeten betalen.

Laissez-moi payer le dîner.

Ge moet op voorhand betalen.

- Vous devez régler par avance.
- Vous devez régler d'avance.
- Il faut payer d'avance.
- Tu dois payer d'avance.

- Tom betaalt.
- Tom zal betalen.

Tom paiera.

Ik zal de rekening betalen.

Je paierai l'addition.

Kelner, ik zou willen betalen!

Garçon ! Je voudrais payer.

Wie gaat het eten betalen?

Qui paye pour la nourriture ?

Ik moet de huur betalen.

Je dois payer le loyer.

Wie gaat de rekening betalen?

Qui va payer la facture ?

Wie gaat dit allemaal betalen?

Qui va payer pour tout ceci ?

- Ik betaal.
- Ik zal betalen.

Je paierai.

We hoefden niets te betalen.

Nous n'avons rien eu à payer.

We moeten de belasting betalen.

Nous devons payer l'impôt.

Ze moeten op voorhand betalen.

- Ils doivent payer d'avance.
- Elles doivent payer au préalable.

Laat ik mijn eigen deel betalen.

- Laissez-moi payer ma part.
- Laisse-moi payer ma part.

Hoe gaan we onze schulden betalen?

Comment payerons-nous nos dettes ?

Ik wil met een cheque betalen.

Je veux payer par chèque.

Kan ik met een kredietkaart betalen?

Est-ce que je peux payer avec une carte de crédit ?

Kan ik met een creditcard betalen?

Est-ce que je peux payer avec une carte de crédit ?

Ik wil betalen met een kredietkaart.

Je veux payer par carte de crédit.

Moet ik voor de benzine betalen?

Dois-je payer pour l'essence ?

De huur is morgen te betalen.

Le loyer est dû pour demain.

- Hoeveel betalen jullie?
- Hoeveel betaalt u?

Combien payez-vous ?

Omdat ze de medicijnen niet kunnen betalen.

parce qu'ils n'ont pas de quoi payer les médicaments.

Gisteren hebben we gezondigd, vandaag betalen we.

Hier nous avons fauté, aujourd'hui nous payons.

Ik zou met baar geld willen betalen.

- Je souhaiterais payer en liquide.
- Je souhaiterais payer comptant.

- Tom zal alles betalen.
- Tom betaalt alles.

Tom paie pour tout.

Hebben we geen andere keuze dan te betalen.

nous n'avons pas d'autre choix que de payer.

Omdat wij hun salarissen betalen via onze belastingen.

car nous payons leur salaire avec nos impôts.

Ik zal zo spoedig mogelijk mijn schulden betalen.

Je paierai mes dettes aussi rapidement que possible.

Je zou je huur op voorhand moeten betalen.

Tu devrais payer ton loyer en avance.

Ik kan me niet veroorloven zoveel te betalen.

Je ne peux pas me permettre de payer autant.

De man verliet het restaurant zonder te betalen.

L'homme quitta le restaurant sans payer.

Ik zal de schulden van mijn zoon niet betalen.

Je ne paierai pas les dettes de mon fils.

Ik kan deze maand niet al mijn rekeningen betalen.

Je ne peux pas payer toutes mes factures ce mois-ci.

Ik zal mijn verblijf hier uit eigen zak betalen.

Je paierai mon séjour ici de ma propre poche.

Onze schuld is groter dan dat wat we kunnen betalen.

Notre dette est supérieure à ce que nous pouvons payer.

Ik moet nog twee maanden huur betalen voor mijn kamer.

Je dois deux mois de loyer pour ma chambre.

Ik heb dertig dagen meer nodig om te kunnen betalen.

J'ai besoin de trente jours de plus pour payer.

Wanneer bent u van plan om me terug te betalen?

Quand comptez-vous me rembourser ?

- Je bent een maand te laat met het betalen van je huur.
- U bent een maand te laat met het betalen van uw huur.

Vous avez un mois de retard dans votre loyer.

Als je in een winkel iets breekt, moet je ervoor betalen.

Dans un magasin si vous cassez quelque chose vous devez le payer.

Plotseling herinnerde ik me dat ik zoveel boeken niet kon betalen.

Tout à coup je me souvins que je ne pouvais pas payer autant de livres.

We betalen voor ons carnisme met onze harten en met onze gedachten,

et nous payons notre carnisme avec nos cœurs et nos esprits,

Als ik het zou kunnen betalen, zou ik een elektrische auto kopen.

Si j'en avais les moyens, j'achèterais une voiture électrique.

U bent een maand te laat met het betalen van uw huur.

Vous avez un mois de retard dans votre loyer.

Je zorgen maken, is als een schuld betalen die je niet hebt.

Se faire du souci est comme de payer une dette qu'on ne devrait pas.

- Laat me een drankje voor je betalen.
- Laat me je een drankje aanbieden.

Laisse-moi te payer une boisson.

Indien nodig heb ik geen bezwaar tegen het betalen van een bepaald bedrag.

Je n'ai pas d'objection à payer des frais spéciaux si cela est nécessaire.

- Laat me een drankje voor je betalen.
- Mag ik je een drankje aanbieden?

- Laisse-moi te payer une boisson.
- Laisse-moi te payer un verre.

Experts zeggen dat de koffieprijzen voornamelijk stijgen omdat mensen bereid zijn er meer voor te betalen.

Les experts disent que les prix du café augmentent principalement parce que les gens sont disposés à payer davantage.

Ons maandelijks inkomen moet volstaan om de kosten voor voeding, huur, kledij transport en dergelijke te betalen.

De notre revenu mensuel, nous devons déduire les coûts de la nourriture, du loyer, de l'habillement, des transports, etc.

Waarom wil je per se je schoolkosten zelf betalen, terwijl je ouders bereid zijn je financieel te steunen?

Pourquoi insistes-tu pour payer toi-même tes frais scolaires alors que tes parents sont prêts à t'aider financièrement ?

- Alle schoolkinderen betalen de helft van de prijs tijdens de kerstvakantie.
- Alle schoolkinderen zijn in de kerstvakantie voor de halve prijs.

- Tous les écoliers sont à moitié prix pendant les vacances de Noël.
- Tous les écoliers profitent de la moitié du prix pendant les vacances de Noël.