Translation of "Baden" in French

0.007 sec.

Examples of using "Baden" in a sentence and their french translations:

We baden.

- Nous priions.
- Nous avons prié.

Jullie baden.

Vous priiez.

Ze baden.

- Ils priaient.
- Elles priaient.

De kleine eenden baden.

Les petits canards se baignent.

Ik ben aan het baden.

Je suis en train de prendre mon bain.

De heuvels baden in het zonlicht.

Les collines sont baignées de soleil.

- Wij baden samen.
- We hebben samen gebeden.

Nous avons prié ensemble.

- Papa zit in bad.
- Papa is aan het baden.

Papa prend un bain.

Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier.

Il est dangereux de se baigner dans cette rivière.

Ze baden, nadat ze onder hun knieën een matje gespreid hadden.

Ils prièrent, après avoir étendu un tapis sous leurs genoux.

Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

À Hawai, on peut se baigner dans la mer toute l'année.

- Laten we gaan zwemmen!
- Laten we gaan baden!
- Laten we in bad gaan!

Allons nous baigner !

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis en train de prendre mon bain.

- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis actuellement en train de prendre un bain.

- In Hawaï kan men het jaar door in zee zwemmen.
- Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

- À Hawai, on peut se baigner dans la mer toute l'année.
- À Hawaï on peut se baigner dans la mer toute l'année.

- Ik zit in bad.
- Ik ben een bad aan het nemen.
- Ik zit nu in bad.
- Ik ben nu een bad aan het nemen.
- Ik ben aan het baden.

Je suis en train de prendre mon bain.