Translation of "Zomer" in English

- De zomer komt eraan.
- Het wordt zomer.

Summer is coming.

De zomer is voorbij.

Summer is gone.

De zomer is hier.

Summer has come.

De zomer kwam vroeg.

Summer has come early.

Dit gebeurde elke zomer.

This was happening every summer.

Geniet van de zomer!

Have fun this summer!

- Ik houd niet van de zomer.
- Ik hou niet van de zomer.

I don't like summer.

Hou je van de zomer?

Do you like summer?

In de zomer zwem ik.

I swim in the summer.

Ik hou van de zomer.

I love summer.

Tom bezocht afgelopen zomer Australië.

Tom visited Australia last summer.

Ik zwem in de zomer.

I swim in the summer.

- In de zomer worden eieren rap slecht.
- In de zomer bederven eieren snel.

- In summer, eggs soon go bad.
- In the summer, eggs soon go bad.
- In the summer, eggs go bad quickly.

- Het concert zal de volgende zomer plaatshebben.
- Het concert vindt de volgende zomer plaats.

The concert will take place next summer.

- Tom bracht de zomer door in Boston.
- Tom heeft de zomer in Boston doorgebracht.

Tom spent the summer in Boston.

Ga je deze zomer ergens naartoe?

Are you going to go anywhere this summer?

Hoe is Schotland in de zomer?

What's Scotland like in summer?

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

- One swallow does not make a spring.
- One swallow doesn't make a spring.

Vorige zomer heeft het veel geregend.

It rained a lot last summer.

Het heeft deze zomer veel geregend.

There's been a lot of rain this summer.

Deze zomer ga ik naar Frankrijk.

During summer, I'm going to go to France.

De zomer is mijn favoriete seizoen.

Summer is the season I like best.

Deze zomer zal ik dikwijls zwemmen.

I am going to swim a lot this summer.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

Next summer, I want to go to Hawaii.

Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.

Last summer we went to Hokkaido.

Ik houd niet van de zomer.

I don't like summer.

Wat heb je deze zomer gedaan?

What did you do this summer?

De zwaluwen kondigen de zomer aan.

Swallows herald the summer.

Dit gebeurde vaak in de zomer.

- This was happening often in the summer.
- This happened often in the summer.

Ze zwemt graag in de zomer.

She likes swimming in summer.

Helaas is de Scandinavische zomer kort.

The Scandinavian summer is short, unfortunately.

Ik ga deze zomer naar Londen.

I'm going to London this summer.

In de zomer is het warm.

It's hot in the summer.

Wat doet zij in de zomer?

What does she do in the summer?

Tijdens een dieptepunt in de voorgaande zomer,

During one of our low points the previous summer,

Maar hartje zomer zijn de nachten kort.

But in midsummer, nights are short.

Plant deze zaden voordat de zomer begint.

Plant these seeds before summer sets in.

Het was een koude zomer dit jaar.

It was cold in the summer of this year.

In de zomer baad ik elke ochtend.

I take a bath every morning in the summer.

Ik ga elke zomer naar het platteland.

I go to the country every summer.

Ik hou het meest van de zomer.

I like summer the best.

In de zomer worden eieren rap slecht.

In summer, eggs soon go bad.

Mike is vorige zomer naar Kioto geweest.

Mike went to Kyoto last summer.

Ik ga deze zomer naar het buitenland.

I am going abroad this summer.

In de zomer is de luchtvochtigheid groot.

In the summer the humidity is high.

Deze zomer ben eindelijk naar Engeland geweest.

I finally went to England this summer.

We gaan elke zomer naar het buitenland.

We go abroad every summer.

Heb je ooit een Japanse zomer meegemaakt?

Have you experienced a Japanese summer?

Hij surft iedere dag tijdens de zomer.

He surfs every day during the summer.

Ik ging naar Bali in de zomer.

I went to Bali in the summer.

Ik ben afgelopen zomer naar Italië gereisd.

I traveled to Italy last summer.

De zomer begint vroeg in mijn land.

Summer begins early in my country.