Translation of "Vorige" in English

- Was je vorige maand in Amerika?
- Was u vorige maand in Amerika?
- Waren jullie vorige maand in Amerika?

Were you in America last month?

Hij was vorige week ziek.

He was sick last week.

Tom kwam hier vorige week.

Tom came here last week.

Ze is vorige week overleden.

She died last week.

Hij won vorige week de prijs.

He won the prize last week.

Het regent sinds de vorige donderdag.

It has been raining since last Thursday.

Ik had een blaasontsteking vorige maand

I had a bladder infection last month.

Ze is sinds vorige week ziek.

She has been sick since last week.

Ik heb het vorige week gekocht.

I bought it last week.

Ze is sinds vorige week druk.

She has been busy since last week.

Ik zag mijn opa vorige week.

I saw my grandfather last week.

Vorige zomer heeft het veel geregend.

It rained a lot last summer.

Carol heeft vorige maand Boston bezocht.

Carol visited Boston last month.

Ik ben vorige maandag gaan vissen.

I went fishing last Monday.

Dat zei je de vorige keer.

You said that last time.

Waar was je de vorige nacht?

Where were you last night?

Ik was vorige maand in Londen.

I was in London last month.

Ik heb hem vorige week betaald.

I paid him last week.

Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.

Last summer we went to Hokkaido.

Haar vader is vorige week overleden.

Her father passed away last week.

De lessen zijn vorige maand begonnen.

Classes started last month.

Tom volgde geen les vorige week.

Tom didn't attend class last week.

Ik was met hem vorige week.

I was with him last week.

Tom was de vorige week ziek.

Tom was sick last week.

Onze proef is mislukt vorige week.

Our experiment went wrong last week.

Hij is sinds vorige week ziek.

He's been sick since last week.

Was u vorige maand in Amerika?

Were you in America last month?

Vorige week hebben we niets gedaan.

We didn't do anything last week.

- Vorige maand is ze met Tom getrouwd.
- De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

She married Tom last month.

- Tom was vorige maand in Australië, nietwaar?
- Tom was toch vorige maand in Australië, of niet?

Tom was in Australia last month, wasn't he?

Ze slaagde vorige maand voor haar examen,

She graduated last month and is headed to college

De vorige maand heeft het veel geregend.

We had a lot of rain last month.

De oude man is vorige week overleden.

The old man died last week.

Mijn vrouw kreeg vorige week een baby.

My wife had a baby last week.

Deze foto heb ik vorige week gemaakt.

- I took this picture a week ago.
- I took that picture a week ago.

Er was donder en bliksem vorige nacht.

There was thunder and lightning last night.

Vorige zondag zijn we naar Hakone gereden.

We drove to Hakone last Sunday.

Vorige week at ik elke dag pizza.

I ate pizza every day last week.

Mike is vorige zomer naar Kioto geweest.

Mike went to Kyoto last summer.

Ze is sinds de vorige week ziek.

She has been sick since last week.

Ik had het vorige week niet druk.

I wasn't busy last week.

Heb je de vorige nacht hier geslapen?

Did you sleep here last night?

Ik heb mij vorige zondag thuis ontspannen.

- Last Sunday I relaxed at home.
- I spent last Sunday relaxing at home.

Mijn gasrekening vorige maand was erg hoog.

My gas bill for last month was very high.

Dit krantenartikel is interessanter dan het vorige.

This newspaper article is more interesting than the previous one.

Haar gezondheidstoestand is vorige nacht plots verslecht.

Her condition took a turn for the worse last night.

Alica heeft een valling sinds vorige zondag.

Alice has had a cold since last Sunday.

Waar zijt ge vorige zondag naartoe geweest?

Where did you go last Sunday?

Tom was vorige maand in Australië, nietwaar?

Tom was in Australia last month, wasn't he?

Tom is naar Australië geweest vorige winter.

Tom went to Australia last winter.

Tom is vorige week naar Boston teruggekomen.

Tom came back to Boston last week.

Wat is er de vorige keer gebeurd?

What happened last time?

- Dit is wat Tom me vorige kerst gaf.
- Dit is wat Tom me vorige kerst heeft gegeven.

This is what Tom gave me last Christmas.

- Ik weet dat je vorige zomer in Boston was.
- Ik weet dat u vorige zomer in Boston was.
- Ik weet dat jullie vorige zomer in Boston waren.

- I know you were in Boston last summer.
- I know that you were in Boston last summer.

Mijn moeder is sinds de vorige maand ziek.

My mother has been sick since last month.