Translation of "Koning" in English

0.058 sec.

Examples of using "Koning" in a sentence and their english translations:

koning Jozef."

King Joseph.”

'koning Arthur'.

‘King Arthur’.

- Klant is koning.
- De klant is koning.

The customer is always right.

- Ik ben jouw koning.
- Ik ben uw koning.
- Ik ben jullie koning.

I am your king.

- Hij is jouw koning.
- Hij is uw koning.
- Hij is jullie koning.

He is your king.

- Ik ben jouw koning.
- Ik ben jullie koning.

I am your king.

De koning kwam.

- The king has come.
- The king came.

Lang leve de koning!

- Long live the king!
- Long live the king.

Neer met de koning!

Down with the king!

Jij bent mijn koning.

You are my king.

Ik ben jouw koning.

I am your king.

Hij is mijn koning.

He is my king.

Heeft Nederland een koning?

Does the Netherlands have a king?

In Groot-Brittannië is de koning koning, maar regeert hij niet.

In Great Britain the king reigns, but does not govern.

De koning bestuurde het land.

The king governed the country.

Hij was een goede koning.

He was a good king.

De koning boezemt ontzag in.

The king inspires awe.

Porsenna was een Etruskische koning.

Porsena was an Etruscan king.

De koning trad niet af.

The king didn't abdicate.

Ragnars grap ging over koning Ella en Vöggr's grap ging over koning Hjorvard.

Ragnar's joke was on King Ella and Vöggr’s joke is on King Hjorvard.

De koning is vanmorgen gaan jagen.

The king went hunting this morning.

De koningin stond naast de koning.

The queen stood beside the king.

Hij was meer dan een koning.

He was more than a king.

De koning en koningin komen eraan.

The king and queen are coming.

De koning heerste over het eiland.

The king ruled over the island.

De koning van Frankrijk is kaal.

The King of France is bald.

Fadil was koning in zijn kasteel.

Fadil was king in his castle.

Welke koning heeft Neuschwanstein laten bouwen?

Which king had the castle of Neuschwanstein built?

Romulus was de eerste Romeinse koning.

Romulus was the first Roman king.

Jugurtha was een koning van Numidië.

Jugurtha was a king of Numidia.

Het verhaal van koning Hrolf werd lange tijd beschouwd als het verhaal van koning Arthur,

For a long time the story of King Hrolf was regarded rather like the story of King Arthur,

- De koning neigde naar zwaarmoedigheid en verveling.
- De koning had last van zwaarmoedigheid en verveling.

The king was prone to melancholy and boredom.

Zichzelf tot koning van Portugal te kronen.

crowning himself king of Portugal.

King Hrolf is de Deense koning Arthur.

King Hrolf is the Danish King Arthur.

Indringer om koning van Engeland te worden.

invader to become King of England.

De koning maakte misbruik van zijn macht.

The king abused his power.

Hij doet alsof hij een koning was.

He acts as if he were a king.

Hij is zo blij als een koning.

- He is as happy as a king.
- He's as happy as a king.

Dit koninkrijk heeft een nieuwe koning nodig.

This kingdom needs a new king.

Het verhaal van koning Hrolf eindigt, net als dat van koning Arthur, natuurlijk met een grote veldslag waarin

King Hrolf’s story, like King Arthur’s, ends of course with a great battle in which

Anglia en Northumbria raasde en koning Ella doodde.

Anglia and Northumbria, and killing King Ella.

Het woord van de koning is altijd gezaghebbend.

What the king says is always absolute.

De adelaar is de koning van de vogels.

The eagle is king of birds.

De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.

The lion is called the king of animals.

De leeuw is de koning van de dieren.

The lion is the king of beasts.

De leeuw is de koning van het oerwoud.

- The lion is the king of the jungle.
- The lion is the king of the forest.

De koning regeerde veertig jaar over zijn volk.

The king reigned over his people for forty years.

In het land der blinden is éénoog koning.

In the land of the blind, the one-eyed man is king.

Er was eens een slechte koning in Engeland.

Once upon a time, there was a bad king in England.

„De staat, dat ben ik!” zei de koning.

"I am the State!" said the king.

De mensen kwamen in opstand tegen de koning.

People rose in revolt against the King.

- De klant heeft altijd gelijk.
- Klant is koning.

The customer is always right.

Als ik koningin ben, zul jij koning zijn.

When I am queen, you will be king.

Tarquinius was de laatste koning van de Romeinen.

Tarquinius was the last king of the Romans.

De koning en de koningin hadden geen kronen.

The king and the queen had no crowns.

De koning was beroemd om zijn prachtige paleis.

The king was famous for his splendid palace.

Dit paleis werd gebouwd voor de rijke koning.

This palace was built for the rich king.

Tom heeft zichzelf tot koning van Australië uitgeroepen.

Tom declared himself King of Australia.

Nu werd hij voor de nieuwe koning, Hjorvard, getrokken….

Now he was hauled before the new king, Hjorvard….

In het paleis wonen de koning en de koningin.

In the palace live the king and the queen.

Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.

Prince Charles will be the next king of England.

De dood van de koning bracht een oorlog teweeg.

The death of the king brought about a war.

Als ik later groot ben, wil ik koning worden.

- When I grow up, I want to be a king.
- When I grow up, I want to be king.