Translation of "Hulp" in English

"Hulp, hulp!" riep ze.

"Help, help," she cried.

Hulp!

Help!

- Ga hulp vragen.
- Haal hulp.

Go get help.

Haal hulp.

Bring help.

- Ik verwacht jouw hulp.
- Ik verwacht uw hulp.
- Ik verwacht jullie hulp.

I expect your help.

- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?
- Heeft u hulp nodig?

Do you need help?

- Je hebt hulp nodig.
- U heeft hulp nodig.
- Jullie hebben hulp nodig.

You need help.

- Ze heeft hulp nodig.
- Hij heeft hulp nodig.

- She needs help.
- She is in need of help.
- He needs help.

- Heb je hulp nodig?
- Hebben jullie hulp nodig?

- Do you need some help?
- Do you guys need some help?

Hulp! Ik verdrink!

Help! I'm drowning!

Ik had hulp.

- I had help.
- I had some help.

Ga voor hulp.

Go for help.

Roep voor hulp.

Call for help.

Hulp komt eraan.

- Help is on the way.
- Help is on its way.
- Help is coming.

Ga hulp vragen.

Go get help.

- Hij waardeert jouw hulp.
- Hij waardeert je hulp.
- Hij stelt je hulp op prijs.

He appreciates your help.

- Bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
- Bedankt voor jullie hulp.

- Thank you for your assistance.
- Thank you for your help.
- Thanks for your help.
- Thanks for the help.
- Thank you for the help.
- Thanks for helping me.
- Thank you for helping us.

- Ik wacht op je hulp.
- Ik verwacht jouw hulp.

I expect your help.

- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.
- Ik reken op jullie hulp.

I count on your help.

- Wij hebben uw hulp nodig.
- We hebben jouw hulp nodig.
- We hebben jullie hulp nodig.

- We require your help.
- We need your help.

- Waarom wil je mijn hulp?
- Waarom wilt u mijn hulp?
- Waarom willen jullie mijn hulp?

Why do you want my help?

- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.

- I am counting on your help.
- I'm counting on your help.

- Ik heb je hulp nodig.
- Ik heb uw hulp nodig.

- I need your help.
- I need you to help me.

- Hebben we haar hulp nodig?
- Hebben we hun hulp nodig?

Do we need their help?

- Hebben jullie geen hulp nodig?
- Hebt u geen hulp nodig?

Don't you need help?

- Heeft u medische hulp nodig?
- Heb je medische hulp nodig?

Do you need medical help?

- We hebben zijn hulp nodig.
- We hebben haar hulp nodig.

We need her help.

- Wij hebben uw hulp nodig.
- We hebben jouw hulp nodig.

- We require your help.
- We need your help.

Ik schakel hulp in.

[Bear] I'm calling for help.

Ze schreeuwt om hulp.

it is crying out for help.

Moeder schiet te hulp.

Mother comes to the rescue.

Ze krijgen ook hulp.

They also get a helping hand.

Bedankt voor uw hulp.

- Thank you for your help.
- Thanks for your help.

Ze boden hulp aan.

They offered assistance.

Tom vroeg om hulp.

- Tom asked for help.
- Tom requested help.

Je hebt hulp nodig.

You need help.

Ik heb hulp nodig.

- I need help.
- I need assistance.
- I'm going to need help.

Tom heeft hulp nodig.

Tom needs help.

Wij hebben hulp nodig.

We need help.

Hebben jullie hulp nodig?

- Do you need help?
- Do you guys need some help?

Ik heb hulp nodig!

I need help!

Ze heeft hulp nodig.

- She needs help.
- She is in need of help.
- She needs assistance.

Tom smeekte om hulp.

Tom appealed for help.

Hij heeft hulp nodig.

He needs help.

Je moet hulp krijgen.

You'll have to get help.

Heeft Tom hulp nodig?

Does Tom need help?

Ik had hulp nodig.

I needed help.

Bedankt voor je hulp.

Thank you for helping me.

Zij hebben hulp nodig.

They need help.

Tom had hulp nodig.

- Tom needed assistance.
- Tom needed help.

Maria heeft hulp nodig.

- Mary needs help.
- Mary needs a hand.

Ze zochten Toms hulp.

They sought Tom's help.

Bedankt voor de hulp.

Thanks for helping.

Ken riep om hulp.

Ken cried for help.

Bedankt voor jullie hulp.

- Thank you for your assistance.
- Thank you for your help.

Alle hulp is tevergeefs.

All help is in vain.

Iemand schreeuwde om hulp.

Someone yelled for help.

Zij hadden hulp nodig.

They needed help.

Tom had veel hulp.

Tom had plenty of help.

Tom moet hulp zoeken.

Tom needs to seek help.

We hadden hulp nodig.

We needed help.

Heeft u hulp nodig?

- Are you in need of help?
- Do you need help?
- Do you need assistance?

Er is hulp onderweg.

- Help is on the way.
- Help is on its way.