Translation of "Chocola" in English

0.008 sec.

Examples of using "Chocola" in a sentence and their english translations:

- Chocola smaakt zoet.
- Chocola is zoet.

Chocolate tastes sweet.

Chocola smaakt zoet.

Chocolate tastes sweet.

Linda houdt van chocola.

Linda loves chocolate.

Tom houdt van chocola.

Tom likes chocolate.

Lust je witte chocola?

Do you like white chocolate?

Tom is gek op chocola.

Tom loves chocolate.

- Soms wil je gewoon chocola eten.
- Soms wil je gewoon alleen maar chocola eten.

Sometimes you just want to eat chocolate.

- Ik wil chocolade!
- Ik wil chocola!

I want chocolate!

Zussen en chocola maken het leven dragelijk.

Sisters and chocolate make life bearable.

Tom gaf ons allemaal een stuk chocola.

Tom gave each of us a piece of chocolate.

- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.

- Linda loves chocolate.
- Linda likes chocolate very much.

- Hebt ge graag witte chokolade?
- Lust je witte chocola?

Do you like white chocolate?

- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.

Tom loves chocolate.

- Vroeger at ik veel chocolade.
- Vroeger at ik veel chocola.

I used to eat a lot of chocolate.