Translation of "‘prijs’" in English

Prijs God!

Praise God.

- De prijs is gestegen.
- De prijs steeg.

The price rose.

- De prijs gaat omhoog.
- De prijs stijgt.

The price is going up.

- Jij verdient de prijs.
- U verdient de prijs.
- Jullie verdienen de prijs.

You deserve the prize.

De prijs steeg.

The price rose.

Iedereen wil rijker worden, tot elke prijs, ongeacht de prijs.

Everyone wants to enrich themselves, at any cost, no matter what the cost.

...kent een enorme prijs.

comes at an exorbitant price.

De prijs is juist.

The price is right.

Wat is mijn prijs?

- What's my prize?
- What is my prize?

Iedereen heeft zijn prijs.

Every man has his price.

Hij verdient de prijs.

He deserves the prize.

Kijk naar de prijs.

Look at the price.

- De prijs van de aardolie stijgt.
- De prijs van olie stijgt.

The price of oil is going up.

En wie betaalt de prijs?

And who pays the price?

Gevonden. Maar tegen een prijs.

He's found her. But at a cost.

De prijs van olie stijgt.

The price of oil is going up.

Is die prijs inclusief btw?

Does that price include tax?

De prijs is inclusief verbruiksbelasting.

The price includes the consumption tax.

Is de prijs inclusief ontbijt?

Is breakfast included in the price?

Iemand moet de prijs betalen.

Someone has to pay the price.

Ik onderhandelde over de prijs.

I negotiated the price.

De prijs van vlees daalde.

The price of meat dropped.

Zij heeft een prijs gewonnen.

She won an award.

Tom heeft de prijs gewonnen.

Tom won the prize.

- De prijs is in jaren onveranderd gebleven.
- De prijs is al jaren niet veranderd.

The price has not changed in years.

Maar snelheid heeft ook een prijs.

But being fast is costly.

Hij won vorige week de prijs.

He won the prize last week.

Zoals verwacht, won hij de prijs.

As was expected, he won the prize.

De prijs van goud fluctueert dagelijks.

The price of gold fluctuates daily.

De prijs van goud verandert dagelijks.

The price of gold fluctuates daily.

De prijs van rijst is gedaald.

- The price of rice has come down.
- The price of rice has fallen.
- The price of rice has dropped.

Ik heb de eerste prijs gewonnen.

- I've won first prize!
- I won the first prize.

Ik kon de eerste prijs winnen.

I was able to win the first prize.

Heb je naar de prijs gevraagd?

Did you ask the price?

Ieder van hen kreeg een prijs.

Each of them was given a prize.

De prijs van de aardolie stijgt.

The price of oil is going up.

Hij gaf zijn identiteit niet prijs.

He didn't reveal his identity.

Shampoo en tandpasta zijn dezelfde prijs.

Shampoo and toothpaste are the same price.

Tom verwacht de prijs te winnen.

Tom expects to win the prize.

De prijs van vis is stijgende.

The price of fish is on the rise.

- Ik hoop dat je de prijs wint.
- Ik hoop dat je de prijs zal winnen.

I hope you will succeed in winning the prize.

- Kan je een beetje van de prijs afdoen?
- Kan je de prijs een beetje laten zakken?

Could you reduce the price a little?

George berekende de prijs van de reis.

George calculated the cost of the trip.

Maak je niet druk over de prijs.

Don't think about the price.

Ik kan daar geen prijs op hangen.

I can't really put a price on that.

Ze werden het eens over de prijs.

They agreed on a price.

Zij zal waarschijnlijk de prijs niet krijgen.

She probably won't get the prize.

Ik zou het erg op prijs stellen.

I'd really appreciate it.

Tom hoopte de eerste prijs te winnen.

Tom was hoping to win the first prize.

Wat is de prijs van een ticket?

- What's the price of a ticket?
- How much is a ticket?

Is de BTW in de prijs inbegrepen?

Is VAT included in the price?

De school heeft Mary een prijs toegekend.

The school awarded Mary a prize.

De prijs zou voor mij moeten zijn!

The award should be for me!

De drie kinderen kregen ieder één prijs.

Each one of the three kids got a prize.

De prijs van tomaten is weer gestegen.

The tomato price has risen again.

Wie wint de prijs? Dieren zijn niet gelijk.

Which will win the prize? Not all animals are born equal.

Elk van de drie jongens kreeg een prijs.

Each of the three boys got a prize.

Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag.

The girl was given a prize for good conduct.

De prijs van rijst steeg met drie procent.

- The price of rice rose by three percent.
- The price of rice went up three percent.

- Ik stel het op prijs.
- Ik waardeer het.

- I appreciate it.
- I appreciate this.