Translation of "رسالةً" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "رسالةً" in a sentence and their dutch translations:

- هو كتب رسالةً.
- هي كتبت رسالةً.

Hij heeft een brief geschreven.

هل تكتب رسالةً؟

Schrijft ge een brief?

تكتب أمها رسالةً.

Haar moeder is een brief aan het schrijven.

هو كتب رسالةً.

- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.

تكتب إيميلي رسالةً.

- Emily is een brief aan het schrijven.
- Emily schrijft een brief.

هي كتبت رسالةً.

Zij heeft een brief geschreven.

أنا أكتب رسالةً.

Ik schrijf een brief.

هل يكتب جيمي رسالةً؟

Is Jimmy een brief aan het schrijven?

- أكتب رسالة.
- أنا أكتب رسالةً.

- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.

كتبتُ لها رسالةً كل يوم.

Ik schreef haar elke dag een brief.

يجب عليك أن تكتب رسالةً.

Je moet een brief schrijven.