Translation of "رسالة" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "رسالة" in a sentence and their dutch translations:

من كتب رسالة؟

Wie heeft een brief geschreven?

كتبَت رسالة واحدة.

Zij schreef één brief.

كتبت ايميلي رسالة.

Emily schreef een brief.

كتب رسالة واحدة.

Hij heeft een brief geschreven.

هل تكتب رسالة الآن؟

Zijt ge een brief aan het schrijven?

- أكتب رسالة.
- أنا أكتب رسالةً.

- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.

لذا، أخذت الإذن لأكتب لتلميذتي رسالة،

Dus vroeg ik of ik mijn leerling een brief mocht schrijven

- توم يكتب مكتوباً.
- توم يكتب رسالة.

Tom schrijft een brief.

الان، دعوني أختم مع رسالة أخيرة كبيرة

Laat me nu besluiten met een laatste, grote boodschap.

أو استمعت إلى رسالة صوتية واحدة بغير الألمانية،

naar een voicemail luisterde die niet in het Duits is,

‫ترسل القطرات فائحة الرائحة رسالة.‬ ‫"هذه الغصون مسكونة."‬

Stinkende uitwerpselen geven een signaal af. 'Deze takken zijn bezet.'

جاءت إلى الطابق السافيّ مع رسالة في يدها.

Ze kwam de trap af met een brief in de hand.

تتويبا: وصلتك رسالة خاصة؟ يظهر أنك في ورطة...

Tatoeba: Ontving je een PM? Je zit waarschijnlijk in nesten...