Examples of using "رسالة" in a sentence and their dutch translations:
Wie heeft een brief geschreven?
Zij schreef één brief.
Emily schreef een brief.
Hij heeft een brief geschreven.
Zijt ge een brief aan het schrijven?
- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.
Dus vroeg ik of ik mijn leerling een brief mocht schrijven
Tom schrijft een brief.
Laat me nu besluiten met een laatste, grote boodschap.
naar een voicemail luisterde die niet in het Duits is,
Stinkende uitwerpselen geven een signaal af. 'Deze takken zijn bezet.'
Ze kwam de trap af met een brief in de hand.
Tatoeba: Ontving je een PM? Je zit waarschijnlijk in nesten...