Examples of using "Yağar" in a sentence and their dutch translations:
Het valt op zondag.
In de winter sneeuwt het.
- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.
Het sneeuwt in Parijs.
- Het regent daar.
- Het regent hier.
Het regent in Nederland.
Het regent in Zweden.
Het sneeuwt in Rusland.
Sneeuwt het in Boston?
Op deze plaats valt bijna geen sneeuw.
Het sneeuwt hier vaak.
Hoe vaak regent het in Boston?
Het sneeuwt altijd in de Alpen.
Regent het daar dikwijls?
Bij ons sneeuwt het in januari.
Ik hoop dat we een witte kerst hebben.