Examples of using "Izin" in a sentence and their dutch translations:
- Ze heeft mij laten gaan.
- Zij liet me gaan.
heeft mogen voegen.
De patiënt mocht uit bed.
- Laat mij eens proberen.
- Laat mij het proberen.
Ik zal je toestemming geven om te gaan.
Hij liet me gaan.
Ze liet haar gaan.
Zondag is rustdag.
Ik kan je niet laten passeren.
Ze lieten mij gaan.
- Ik heb je geen toestemming gegeven om te vertrekken.
- Ik heb u geen toestemming gegeven om te vertrekken.
Laat mij spreken.
Laat ons gaan.
We gaan je niet dood laten gaan.
Ik zal het toestaan.
Ik ga je niet laten springen.
Geef ons een pauze.
Je kunt vandaag vrij nemen.
Laat me blijven.
- Ontspan u!
- Geef het op!
Zij vroeg om mijn toestemming.
Laat haar niet rijden.
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
Laat haar niet in jullie auto rijden.
Laat hem dat doen.
"Ze laten me geen aanvraag indienen."
Laat mij u feliciteren met uw succes.
Morgen is mijn vrije dag.
Laat me binnen alsjeblieft!
Haar verlofaanvraag was geweigerd.
Ik zal niet toestaan dat jij mijn pen gebruikt.
Sta me toe je tegen te spreken.
Laat me binnen.
- Laat me je tong zien.
- Laat me uw tong zien.
Laat me mezelf voorstellen.
Laat me uitspreken.
Laat me met de voorman spreken.
Laat hem dat doen.
Laat mij mijn advocaat opbellen.
Laat Tom gaan.
Laat de hond niet binnenkomen.
- Laat me je entertainen.
- Laat me je vermaken.
- Ik zal je even vermaken.
Ik kan dat jou niet toelaten.
Laat hem het niet aanraken.
Laat mij uw bloeddruk meten.
Ik liet hen gaan.
Laat me eruit!
- We hebben geen toestemming om dat te doen.
- Wij hebben geen toestemming om dat te doen.
- We mogen dat niet doen.
- Wij mogen dat niet doen.
- Slapen in de klas is niet toegestaan.
- Slapen in de klas mag niet.
- We mochten het gebouw niet in.
- We werden niet toegelaten tot het gebouw.
Laat de hond niet naar buiten.
Laat hen niet winnen.
We gaan je niet laten sterven.
Laat mij mijn werk doen!
Mag dat wel?
Laat me raden.
Laat me oefenen.
- Hij laat geen onderbrekingen toe.
- Hij duldt geen onderbrekingen.
Laat hem uitspreken.
Laat me praten alsjeblieft.
Laat me je rijbewijs eens bekijken.
Laat het meisje gaan.
Laat het maar los.
Laat de dief niet ontsnappen!
Laat de kinderen spelen.
Zij wilden mij niet toestaan dat te doen.
- Ik laat het praten aan jou over.
- Ik laat jou het woord voeren.
Ik kan je dat niet laten lezen.
- Je laat me niet m'n gang gaan!
- U laat mij niet doen wat ik wil!
- Jullie laten me niet m'n gang gaan!
Ik zal niemand je pijn laten doen.
Laat Tom dat niet lezen.
Ik zou Tom nooit laten winnen.
dan moeten ze naar een rechter voor een machtiging,
We laten ons niet weerhouden.
We mogen deze tarantula niet laten ontsnappen.
vertel ik je nog even dit:
We hebben dit continent op zijn beloop gelaten.
Je moet rekening houden met zijn jeugd.
- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.
Geen huisdieren toegestaan.
Laat de hond niet binnen!
Laat je niet door schijn bedriegen.
- Laat me gaan!
- Laat me los!
Ze liet hem haar baby niet aanraken.
Ik laat mijn werknemers toe om vroeg te vertrekken.
Laat mij spreken.
Zou u me even willen excuseren?
Laat de hond niet op ons bed slapen.
Mijn kinderen mogen geen televisie kijken.
Laat mij dat alsjeblieft doen.
Ik geef je toestemming om te blijven.
Ik heb Tom laten uitslapen.
Ik ben bang dat ik dat niet kan toestaan.