Examples of using "Senden" in a sentence and their dutch translations:
- Ge valt in mijn smaak.
- Ik vind je leuk.
- Ik vind jou leuk.
Ik geef jou niet op.
- Ik ben kleiner dan jij.
- Ik ben kleiner dan u.
Ik ben ouder dan jij.
Ik haat je!
Ik verwacht niets van jou.
- Ik vind je niet meer leuk.
- Ik hou niet meer van je.
- Ik mag je niet langer.
Ik haat je.
- Ze waren bang voor je.
- Zij waren bang voor je.
- Ze waren bang voor u.
- Zij waren bang voor u.
- Ze waren bang voor jullie.
- Zij waren bang voor jullie.
Ik had niet verwacht wat van jou te horen.
- Tom vindt jou leuk.
- Tom vindt u leuk.
- Tom vindt jullie leuk.
Maria vindt je leuk.
- Ik ben kleiner dan jij.
- Ik ben kleiner dan jullie.
- Ik ben kleiner dan u.
Van jou had ik dat niet verwacht!
- Ik heb het van jou geleerd.
- Ik heb het van u geleerd.
Ik schaam me voor je, Tom.
Hoe ben ik anders dan jij?
- Vrouwen hebben je niet graag.
- Vrouwen houden niet van je.
Niemand vroeg om jouw hulp.
Ik heb geen geheimen voor jou.
Kijk uit dat ze je niet verdenken.
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben knapper dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jullie.
- Tom haat je.
- Tom haat u.
- Tom haat jullie.
Tom haat jullie niet.
Ik haat je nog steeds.
Ik ben ouder dan jij.
Ik leer zo veel van jou.
Tom is beroemder dan jij.
Ik heb veel van je geleerd.
- Ik verwacht niets van jou.
- Ik verwacht niets van u.
- Ik kan je voor zijn op het station.
- Ik kan voor u in het station zijn.
- Ik ben kleiner dan jij.
- Ik ben kleiner dan u.
Ik denk dat Tom bang voor je is.
- Ik ben veel groter dan jij bent.
- Ik ben veel groter dan jij.
Volgens mij weet je wel dat ik je leuk vind.
Wie haat je?
Ik had gedacht dat ik op je kon rekenen.
Ze haatten jullie.
Ze haten je.
Als ik bang geweest was voor jou, dan was ik niet gekomen.
Tom is slimmer dan jij.
Ik ga je niet vragen dat te doen.
- Ik ben slimmer dan jij.
- Ik ben slimmer dan u.
- Ik ben slimmer dan jullie.
Ik ben ouder dan jij.
Ik ben ouder dan jij.
Hij is niet dommer dan jij.
Hou op met schreeuwen, ik smeek het je.
- Hij is veel groter dan gij.
- Hij is veel groter dan jij.
Heb je door dat Tom je niet aardig vindt?
- Ik wil je nog een laatste verzoek doen.
- Ik wil u nog een laatste verzoek doen.
Ze zijn allemaal ouder dan u.
Ik dacht dat ik nooit meer van je zou horen.
Ik heb geen andere vriend dan u.
Tom haat je niet, Maria.
Ik ben iets groter dan gij.
- Waarom haat iedereen je?
- Waarom haat iedereen jullie?
Is jouw zus ouder dan jij?
- Hij is niet dommer dan jij.
- Hij is niet dommer dan gij.
Ik haat jou gewoon.
Heeft Tom je om hulp gevraagd?
Hij is tien jaar ouder dan jij.
Kan ik je om een grote gunst vragen?
Mijn grootmoeder sms't sneller dan jij.
Ze is twee jaar ouder dan jij.
Ze is twee jaar ouder dan jij.
Ik heb waarschijnlijk meer honger dan jij.
Tom kan beter Frans spreken dan jij.
Het bierglas is bijna nog groter dan jij.
Het is de belangrijkste zaak, die ik van jou geleerd heb.
Ken heeft meer boeken dan jij.
Ik zou graag vijftig dollar van je willen lenen.
Ik moet je om een kleine gunst vragen.
Tom is maar een beetje kleiner dan jij.
Ben ik zo anders dan jij?
Ze ziet er jong uit, maar eigenlijk is ze ouder dan jij.
Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.
- Jezus haat je.
- Jezus haat u.
- Jezus haat jullie.
Hij is sterker dan u.
Ze lijkt jong maar eigenlijk is ze ouder dan jij.
- Mag ik u om een gunst vragen?
- Mag ik je om een gunst vragen?
Ik heb over je gepraat.
Mag ik je om een gunst vragen?
Ik kan dit nu zeggen, maar een tijdje geleden heb ik je gehaat.
Waarom zijn mensen bang voor jou?