Examples of using "Onunki" in a sentence and their dutch translations:
- Het is van hem.
- Het is de zijne.
- Dat is van hem.
- Dat is de zijne.
Het was niet van haar.
Dit boek is van haar.
Het lijkt erop dat deze auto van hem is.
Vergeleken met ons huis is het zijne een paleis.
Is dit jouw tas of de zijne?
Onze problemen zijn niks in vergelijking met die van haar.